De advocaten van onze sectie bestuursrecht staan stil bij de overzichtsuitspraak van 17 juli 2024 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het inbrengen van nieuwe bewijsmiddelen en nieuwe gronden tijdens een bestuursrechtelijke procedure (ECLI:NL:RVS:2024:2853). In de vierde blog van deze reeks staat onze collega Marnix Wolf stil bij het aanvoeren van nieuwe gronden tegen niet eerder bestreden besluitonderdelen.
De advocaten van onze sectie bestuursrecht staan stil bij de overzichtsuitspraak van 17 juli 2024 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het inbrengen van nieuwe bewijsmiddelen en nieuwe gronden tijdens een bestuursrechtelijke procedure (ECLI:NL:RVS:2024:2853). In de tweede blog van deze reeks staat onze collega Elke Wouters stil bij de specifieke regels die gelden voor het aanvoeren van nieuwe beroepsgronden in een procedure.
De advocaten van onze sectie bestuursrecht staan stil bij de overzichtsuitspraak van 17 juli 2024 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het inbrengen van nieuwe bewijsmiddelen en nieuwe gronden tijdens een bestuursrechtelijke procedure (ECLI:NL:RVS:2024:2853).
De advocaten van onze sectie bestuursrecht staan stil bij de overzichtsuitspraak van 17 juli 2024 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het inbrengen van nieuwe bewijsmiddelen en nieuwe gronden tijdens een bestuursrechtelijke procedure (ECLI:NL:RVS:2024:2853). In deze eerste blog gaat Dennis Snelders in op de mogelijkheden om nieuwe bewijsmiddelen in te brengen.
Advocaat-Generaal (A-G) Widdershoven adviseert in zijn conclusie van 7 september 2023 dat bestuursorganen en bestuursrechters ruimhartiger moeten omgaan met termijnoverschrijdingen
Op 15 maart 2022 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) een belangrijke uitspraak gewezen, die een hoop stof zal doen opwaaien. Het CBb overweegt dat artikel 2.1.1, tweede lid, onder d, van de TVL-regeling buiten toepassing moet worden gelaten en dat een TVL-subsidie op grond van die bepaling niet mag worden afgewezen. Dit betekent concreet dat voor de periode Q4 2020 niet aan ondernemers kan worden tegengeworpen dat zij niet met de juiste Sbi-code stonden ingeschreven in het handelsregister.