In onze vorige blogs hebben wij de verschillende uitkoopregelingen op een rij gezet en de betekenis van het subsidieplafond besproken. In deze blog gaan we dieper in op de vereisten die gelden voor de drie regelingen.
De vereisten
Om voor een subsidie in aanmerking te komen, moet een veehouder bereid zijn om zijn veehouderijlocatie onomkeerbaar te sluiten. In artikel 5 van de diverse subsidieregelingen is opgenomen wanneer van een dergelijke onomkeerbare sluiting sprake is. Bij alle regelingen geldt dat:
- de veehouder niet langer landbouwhuisdieren mag houden;
- de veehouder dierlijke meststoffen moet verwijderen;
- de veehouder een omgevingsrechtelijke melding moet doen dat niet langer landbouwhuisdieren worden gehouden en dat het bevoegd gezag een eventuele omgevingsvergunning beperkte milieutoets moet intrekken;
- de omgevingsvergunning milieu voor de locatie moet worden ingetrokken of zodanig moet worden aangepast dat niet langer is toegestaan op de locatie landbouwhuisdieren te houden;
- de eventuele natuurvergunning (behoudens uitzondering; zie hierna) moet worden ingetrokken;
- de veehouder de gemeente moet verzoeken om het bestemmings-/omgevingsplan zodanig aan te passen dat op de locatie niet langer een veehouderij kan worden gevestigd;
- de veehouder een overeenkomst met de Staat moet sluiten (zie hierna); en
- de veehouder zijn productiecapaciteit moet afbreken en verwijderen.
Voor de Lbv en de Lbv-plus geldt daarnaast het vereiste dat de veehouder ten minste 80% van zijn varkens- of pluimveerechten of 95% van zijn fosfaatrechten (bij melkvee) moet laten vervallen.
Uitzondering intrekking natuurvergunning
Ten aanzien van het vereiste van het intrekken van de natuurvergunning is in de drie opkoopregelingen voor veehouders een uitzondering opgenomen. Onder bepaalde voorwaarden kan een veehouder die subsidie wil ontvangen, op de locatie toch nog andere stikstof uitstotende activiteiten uitvoeren, zoals het starten van een camping of het houden van andere dieren (zoals paarden of schapen). De voorwaarde voor toepassing van deze uitzondering is dat de stikstofemissie van de zogenaamde vervolgactiviteiten maximaal 15% van de oorspronkelijk toegestane emissie bedraagt.
Let op! Na de uitspraken van de Raad van State van 18 december 2024 over intern salderen is onduidelijk of toepassing van deze uitzondering steeds mogelijk is, zonder dat een nieuwe natuurvergunning nodig is. In een latere blog gaan wij uitgebreid in op de gevolgen van deze uitspraak.
Inhoud modelovereenkomst
Eén van de vereisten onder de opkoopregelingen voor boeren is dat een overeenkomst moet worden gesloten met de Staat. De Staat heeft hiervoor een standaardmodel opgesteld. Daarin is opgenomen dat de veehouder zich verplicht om niet opnieuw landbouwhuisdieren te gaan houden. Niet op de huidige locatie en niet op een andere locatie in de Europese Unie. Voor de huidige locatie geldt dat de veehouder zich ook verplicht om opvolgend verkrijgers te verplichten om op de locatie geen landbouwhuisdieren te houden. Dat wordt geregeld door bij overdracht een kettingbeding overeen te komen en door een kwalitatieve verplichting in te schrijven in de openbare registers.
Meer weten of hulp nodig?
Is jouw subsidieaanvraag toegewezen en heb je van de overheid een overeenkomst ontvangen die moet worden ondertekend? Of heb je van de overheid – na ondertekening van de overeenkomst – een eerste voorschot ontvangen en moet je aan de slag met de subsidievereisten? Wij denken graag met je mee en bieden ondersteuning op het moment dat discussie ontstaat over de uitvoering van de overeenkomst en/of de vereisten voor subsidieverlening.
