115 jaar ervaring in de advocatuur

In onze vorige blogs hebben wij de verschillende uitkoopregelingen op een rij gezet, de betekenis van het subsidieplafond besproken en de vereisten die gelden voor de drie regelingen nader bekeken, waaronder het vereiste van het intrekken van de natuurvergunning. In deze blog behandelen we de uitspraken van de Raad van State van 18 december 2024 over intern salderen en de gevolgen daarvan voor de toepassing van die uitzondering.

Wat is intern salderen?

Intern salderen is een methode waarbij de stikstofgevolgen van een nieuw project worden weggestreept tegen de stikstofgevolgen van een oud (al vergund) project. Dit speelt wanneer een bedrijf zijn bedrijfsvoering wil wijzigen of uitbreiden en de stikstofgevolgen van de wijziging in kaart moeten worden gebracht.

Vóór de uitspraken van 18 december 2024 mocht intern salderen worden toegepast in de zogenaamde voortoets: een vooraf uitgevoerd onderzoek naar de gevolgen van de wijziging of uitbreiding. Als de voortoets positief uitpakte, was er geen nieuwe vergunning nodig en hoefde geen passende beoordeling te worden gemaakt.

De uitspraken van de ABRvS over Rendac en de Amercentrale

Op 18 december 2024 wijzigde de ABRvS haar eerdere rechtspraak over intern salderen. Uit de uitspraken volgt dat intern salderen niet meer in de voortoets mag worden toegepast. In de voortoets moet nu uitsluitend gekeken worden naar de gevolgen van het nieuwe project, zonder rekening meer te houden met het oude project. Pas in de stap na de voortoets mag intern salderen worden toegepast; binnen de passende beoordeling bij de aanvraag van een nieuwe natuurvergunning. Daarbij moet worden voldaan aan het additionaliteitsvereiste:  er moeten al voldoende maatregelen zijn genomen in het Natura 2000-gebied om de stikstofdoelen te behalen. Als het wegnemen van de stikstofuitstoot al noodzakelijk waas voor het behalen van deze doelen, is intern salderen niet toegestaan.

Gevolgen voor beëindigingsregelingen

De uitspraken van de ABRvS hebben veel onzekerheid gecreëerd over de uitkoopregelingen. Die regeling voorzag namelijk in de mogelijkheid voor veehouders om, na beëindiging van hun veehouderij, andere stikstof-uitstotende activiteiten te ontplooien, zoals het starten van een camping of het houden van andere dieren (bijvoorbeeld paarden of schapen). De voorwaarde daarvoor was dat de stikstofemissie van deze activiteiten maximaal 15% van de uitstoot volgens de eerdere natuurvergunning mocht bedragen. De gedachte was dat er voor deze nieuwe activiteiten geen nieuwe natuurvergunning nodig was, omdat al in de voortoets intern gesaldeerd mocht worden.

De gevolgen van de ABRvS-uitspraken waren lange tijd onduidelijk voor veehouders die gebruik wilden maken van de uitzondering. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) meldde dat  de gevolgen van de uitspraken werden onderzocht, wat ertoe leidde dat veel aanvragen tijdelijk niet behandeld werden door gemeenten, provincies en omgevingsdiensten.

Op 2 april 2025 bracht RVO meer duidelijkheid. RVO geeft aan dat het nu noodzakelijk is om een nieuwe natuurvergunning aan te vragen als een veehouder na het beëindigen van zijn veehouderij andere stikstof-uitstotende activiteiten wil starten. Dit maakt het voor veehouders lastiger om na de beëindiging andere activiteiten te ontplooien. Om veehouders te helpen, heeft het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur een handreiking opgesteld voor de bevoegde overheidsorganen, met als doel hen te ondersteunen bij het verlenen van toestemming voor nieuwe activiteiten.

Helaas biedt de handreiking voor veehouders weinig zekerheid. Het is immers niet mogelijk om in zijn algemeenheid te zeggen of een nieuwe natuurvergunning kan worden verleend. Dit hangt af van de specifieke activiteiten en de locatie van het bedrijf. De onzekerheid voor veehouders blijft dus bestaan. Dat geldt niet voor veehouders die na de beëindiging van hun bedrijf geen andere activiteiten gaan uitoefenen. Voor die situatie hebben de uitspraken van de ABRvS geen gevolgen.

Meer weten of hulp nodig?

Heb je je aangemeld voor een beëindigingsregeling en wil je weten wat de uitspraken van de ABRvS betekenen voor jouw subsidietraject? Wij helpen je graag de gevolgen in kaart te brengen. Ook kunnen wij je ondersteunen bij het aanvragen van een nieuwe natuurvergunning en met bezwaar en beroep tegen de beslissing daarop.

Wilt u meer over dit onderwerp weten? Neem dan contact op met Vera Janssens.

Bel nu 076 513 6187

Onze advocaten aan zet