115 jaar ervaring in de advocatuur

De conclusie van advocaat-generaal Snijders is een vervolg op de jurisprudentie over het vertrouwensbeginsel die met de uitspraak van de Afdeling over de Amsterdamse dakopbouw d.d. 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1694) is ingezet. In die uitspraak wijzigde de Afdeling haar jurisprudentie over de werking van het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht ingrijpend (zie hierover onze eerdere blog).

Kort gezegd oordeelde de Afdeling in de uitspraak van 2019 dat drie stappen moeten worden doorlopen wanneer iemand een beroep doet op het vertrouwensbeginsel. Er moet worden nagegaan:

  1. of er door het een bestuursorgaan gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt over de uitoefening van een bevoegdheid;
  2. of het gewekte vertrouwen aan het bestuursorgaan kan worden toegerekend; en
  3. of er belangen zijn die zwaarder wegen dan het belang van de belanghebbende bij het honoreren van de gewekte verwachtingen.

Als in het kader van die derde stap inderdaad wordt geoordeeld dat er zwaarder wegende belangen zijn, dan kan voor het bestuursorgaan de verplichting ontstaan om de schade van de belanghebbende te vergoeden.

De Afdeling zet in de uitspraak van 29 mei 2019 dus duidelijk de deur open voor aanspraken op schadevergoeding in gevallen dat een belanghebbende gerechtvaardigd op de overheid heeft vertrouwd. Een positieve ontwikkeling dus. Helaas is de Afdeling in de uitspraak van 29 mei 2019 zelf niet verder ingegaan op de verplichting om schade te vergoeden. In die uitspraak werd immers geoordeeld dat er geen zwaarder wegende belangen speelden, waardoor vergoeding van schade niet aan de orde was.

Nu, vijf jaar later, heeft de Afdeling in een andere kwestie over het vertrouwensbeginsel om een conclusie van advocaat-generaal Snijders gevraagd. De conclusie is bedoeld om de Afdeling richting te geven voor het geval dat in die kwestie – in lijn met de uitspraak van de rechter in eerste aanleg – geoordeeld wordt dat sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen gewekt door het bestuursorgaan (de hiervoor genoemde eerste en tweede stap) én vervolgens zou worden toegekomen aan de vraag of een schadevergoeding op zijn plaats is (de hiervoor genoemde derde stap).

De kwestie waarop de conclusie betrekking heeft betreft het intrekken van een bouwvergunning voor het bouwen van een rijhal met ponystalling door het college van B&W van een Limburgse gemeente. De betreffende vergunning was in 2002 verleend en werd in 2020 ingetrokken, drie jaar nadat de belanghebbende bij de gemeente had geïnformeerd naar de vergunning en hem was verteld dat op grond van de vergunning op het perceel een rijhal met ponystalling mocht worden geplaatst. Toen het college van B&W de vergunning in 2020 introk, stelde de belanghebbende zich op het standpunt dat hij er met het oog op de mededeling van de gemeente in 2017 gerechtvaardigd op had vertrouwd dat de vergunning niet zou worden ingetrokken. Hij zou daardoor schade hebben geleden door een te hoge prijs voor het perceel betalen en tevergeefs kosten te maken voor de bouw van de rijhal met ponystalling. Ook loopt hij inkomsten mis die hij met de exploitatie van de rijhal met ponystalling had kunnen verwerven.

Advocaat-generaal Snijders komt in zijn uitgebreide conclusie tot de slotsom dat de belanghebbende in de bovengenoemde kwestie (als aan de eerdere stappen is voldaan) aanspraak kan maken op een volledige schadevergoeding, met dien verstande dat enkel de zogenaamde dispositieschade voor vergoeding in aanmerking komt. In het onderhavige geval betreft dat de voor het perceel betaalde te hoge prijs en de kosten voor de bouw van de rijhal. De grondslag voor de vergoeding van die schade is gelegen in het vertrouwensbeginsel.

Voor een vergoeding van de misgelopen inkomsten bestaat op grond van het vertrouwensbeginsel volgens advocaat-generaal Snijders geen grond. Daarvoor zal de belanghebbende zich tot de burgerlijke rechter moeten wenden.

Of het in de zaak over de rijhal en ponystalling uiteindelijk daadwerkelijk tot een schadevergoeding komt, is overigens nog maar de vraag. De betrokken partijen mogen op de conclusie van advocaat-generaal Snijders reageren, waarna uitspraak zal worden gedaan. Wij houden u vanzelfsprekend op de hoogte van deze kwestie.

Heeft u zelf een geschil met de overheid en beroept u zich op het vertrouwensbeginsel? Vergeet dan niet om in dat geschil al de door u geleden schade te betrekken. Wij helpen u daarbij vanzelfsprekend graag.

Weten of u aanspraak kunt maken op nadeelcompensatie? Neem contact met ons op.

Bel nu 076 513 6187

Nadeelcompensatie

Een algemene wettelijke regeling voor nadeelcompensatie vanaf 1 januari 2024

Een algemene wettelijke regeling voor nadeelcompensatie vanaf 1 januari 2024

Overheidsaansprakelijkheid

Overheidsaansprakelijkheidskwesties kunnen leiden tot langdurige en complexe geschillen. Maar wij doen er alles aan om voor jou het onderste uit de kan te halen.

Overheidsaansprakelijkheid

Nadeelcompensatie & Planschade

Wij staan voor je klaar om ervoor te zorgen dat jouw recht op nadeelcompensatie/planschade volledig wordt erkend en gerealiseerd.

Nadeelcompensatie en planschade