115 jaar ervaring in de advocatuur

Maar hoe zit dit nu precies? In deze blog wordt uiteen gezet op welke manieren een gemeenteraad voorwaarden kan opnemen in een bestemmingsplan waarmee vergunningsvrij bouwen kan worden tegengegaan.

Wanneer kan vergunningsvrij worden gebouwd?

In het Besluit omgevingsrecht (Bor) is aangegeven wanneer een bouwwerk vergunningsvrij kan worden gebouwd. Zo kan iemand bijvoorbeeld in het achtererfgebied van zijn perceel zonder vergunning een erker, garage of berging bouwen, mits aan de vereiste afmetingen is voldaan.

In beginsel kan een gemeenteraad de mogelijke aanbouw in het achtererfgebied van een perceel niet verbieden. Toch kan een gemeente redenen hebben om het vergunningsvrij bouwen in te willen perken.

Wanneer kan een gemeenteraad het vergunningsvrij bouwen beperken?

In aanvulling op de uitspraken in 2017 waarbij beperkende regels voor het vergunningsvrij bouwen zijn geaccepteerd, heeft de Afdeling in 2018 overwogen dat een gemeenteraad niet zomaar mag besluiten dat in een bepaald gebied niet vergunningsvrij kan worden gebouwd. Het dient goed te worden gemotiveerd waarom een gemeenteraad een beperking voor het vergunningsvrij bouwen noodzakelijk acht. Alleen indien op grond van locatie-specifieke omstandigheden kan worden gemotiveerd dat het vergunningsvrij bouwen dient te worden ingeperkt kan dit in het belang van een goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar worden geacht. [3] Indien goede gronden aanwezig zijn om het vergunningsvrij bouwen aan banden te leggen, kan een gemeenteraad een bestemmingsplan zo inrichten dat (delen van) een perceel bij een woning niet meer als ‘erf’ kunnen worden aangemerkt zodat ook geen achtererf aanwezig is en hierop niet vergunningsvrij kan worden gebouwd.

De Afdeling heeft verschillende vormen van beperkende regels voor het vergunningsvrij bouwen goedgekeurd. Zo kan bij een perceel met een woning en de daarvoor geldende woonbestemming worden voorzien in een dubbelbestemming. In een bestemmingsplan kunnen dusdanige beperkingen worden gesteld aan het bouwen op gronden met die specifieke dubbelbestemming dat het gedeelte van het perceel waarop die dubbelbestemming rust niet kan worden aangemerkt als erf. Derhalve heeft het betreffende perceel geen achtererfgebied en kan hier niet vergunningsvrij worden gebouwd. [4]

Daarnaast kan de inperking van het vergunningsvrij bouwen worden vormgegeven door aan specifieke percelen een andere bestemming dan ‘’wonen’’ toe te kennen. Wanneer hier dan een planregel aan wordt toegevoegd waarin onderbouwd is aangegeven dat deze percelen zijn uitgesloten om als erf aan te kunnen worden gemerkt, kan hier niet vergunningsvrij worden gebouwd.[5]

Als derde mogelijkheid is door de Afdeling nu ook geaccepteerd dat aan een (deel van een) perceel een specifieke aanduiding wordt gegeven waarbij wordt vermeld dat ‘’bebouwing voor bewoning bedoelde bijbehorende bouwwerken’’ wordt uitgesloten. Bij deze mogelijkheid wordt tevens door middel van bouwvlakken getracht te voorkomen dat op het betreffende gedeelte vergunningsvrij wordt gebouwd.[6]

Conclusie

Een gemeenteraad kan bij de vaststelling van een bestemmingsplan ervoor kiezen, uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, het vergunningsvrij bebouwen van percelen met een bijzondere landschappelijke betekenis in te perken. Met zijn uitspraak van 17 juni jl. heeft de Afdeling in aanvulling hierop overwogen dat het een gemeenteraad bij de vaststelling van een bestemmingsplan zelfs vrij staat dit op de door hem gekozen manier te waarborgen.

Dus mocht u van plan zijn een bijbehorend bouwwerk op uw perceel te plaatsen dat aan alle vereisten voor vergunningsvrij bouwen voldoet, let dan toch even op of het ter plaatse geldende bestemmingsplan hier wellicht nog beperkingen oplegt!

De inhoud van dit artikel is mogelijk verouderd. Voor de meest actuele informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Lieke Prinsen.

Bel nu 076 513 6121

Onze advocaten aan zet