Maar ook het te lichtvaardig aanvragen van faillissement kan leiden tot aansprakelijkheid van bestuurders. Dat overkwam de bestuurders van Geocopter BV een onderneming die onbemande helikopters ontwikkelde en verkocht. Mede door onenigheid tussen voormalige bestuurders en aandeelhouders loopt de verkoop van de helikopters niet goed en ontstaan er liquiditeitsproblemen. De bestuurders zagen eigenlijk geen andere mogelijkheid dan faillissement aanvragen. De aandeelhouders hadden de bestuurders toestemming gegeven voor het aanvragen van het faillissement (dat is wettelijk vereist) maar toen de bestuurders dat uiteindelijk maanden later deden omdat er geen zicht was op betaling van de schuldeisers, stelde curator de bestuurders aansprakelijk. Reden zou zijn dat – dat bleek later – daags voor de faillissementsaanvraag er een (voorlopige) verkoopovereenkomst was gesloten tot verkoop van een helikopter en er was een lening verstrekt aan de onderneming. De rechtbank en gerechtshof volgden de curator en oordeelden dat de bestuurders aansprakelijk waren omdat ze lichtvaardig het faillissement hadden aangevraagd waardoor schuldeisers waren benadeeld. De Hoge Raad was het daarmee niet eens omdat rechtbank en gerechtshof niet hadden beoordeeld dat de bestuurders wisten dat die schuldeisers benadeeld werden door het faillissement en verwees de zaak naar een ander gerechtshof om de zaak opnieuw te beoordelen. Dat gerechtshof oordeelde dat de bestuurders niet aansprakelijk waren omdat zij niet het besef hadden dat zij schuldeisers van Geocopter zouden benadelen. Belangrijke rol daarbij speelde dat de bestuurders zich hadden laten voorlichten door derden over de financiële situatie van de vennootschap (waaruit werd geconcludeerd dat linksom of rechtsom nooit alle schuldeisers konden worden betaald) én door een advocaat over de risico’s van het wel of juist niet aanvragen van faillissement.