Bestuurders en commissarissen van ondernemingen met rechtspersoonlijkheid, zoals de BV en de NV komen gedurende hun aanstelling in aanraking met vragen rondom hun aansprakelijkheid. In het Nederlandse ondernemingsrecht speelt de décharge een belangrijke rol. Dit juridische concept wordt vaak gezien als een manier om bestuurders en commissarissen vrij te stellen van aansprakelijkheid voor hun handelingen in een bepaald boekjaar. Maar hoe effectief is deze bescherming daadwerkelijk? In dit artikel wordt de juridische en praktische betekenis van décharge besproken. Daarnaast wordt uiteengezet waarom het in veel gevallen niet de waterdichte bescherming biedt die velen veronderstellen.
Décharge is een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders waarmee goedkeuring wordt verleend aan het gevoerde bestuur en toezicht in een bepaalde periode. Dit besluit wordt meestal genomen bij de vaststelling van de jaarrekening, waarin de financiële resultaten van de onderneming zijn opgenomen.
In veel statuten staat expliciet vermeld dat de vaststelling van de jaarrekening automatisch décharge betekent. Soms is een apart besluit vereist. In beide gevallen leidt dit vaak tot de veronderstelling dat bestuurders en commissarissen niet meer aansprakelijk kunnen worden gesteld voor hun handelen in het betreffende boekjaar.
Het belangrijkste motief achter décharge is de wens om aansprakelijkheid te beperken. Bestuurders en commissarissen willen de zekerheid dat hun handelen niet later wordt aangemerkt als onbehoorlijk bestuur. In theorie betekent een verleende décharge dat de onderneming afstand doet van haar recht om deze personen later aansprakelijk te stellen voor eventuele schade die voortkomt uit hun bestuursdaden.
Echter, deze bescherming heeft aanzienlijke beperkingen die vaak over het hoofd worden gezien…
Décharge heeft uitsluitend werking in de interne verhouding tussen de onderneming en haar bestuurders of commissarissen. Dit betekent dat derden, zoals aandeelhouders, schuldeisers of andere belanghebbenden, nog steeds een bestuurder of commissaris aansprakelijk kunnen stellen voor schade die zij hebben geleden door onzorgvuldig of onrechtmatig handelen.
Een klassiek voorbeeld is wanneer de jaarrekening, op basis waarvan décharge is verleend, een misleidend beeld geeft van de financiële situatie. In dat geval kan een bestuurder of commissaris alsnog aansprakelijk worden gesteld als blijkt dat hij of zij nalatig is geweest.
Een van de grootste misverstanden over décharge is dat het een alomvattende bescherming biedt. In werkelijkheid is de reikwijdte van décharge beperkt tot:
Met andere woorden: wat onbekend is, wordt niet gedéchargeerd. Als later blijkt dat belangrijke informatie is achtergehouden of onjuist is weergegeven, kan de décharge geen bescherming bieden.
Een verleende décharge is niet onherroepelijk. In bepaalde gevallen kan een belanghebbende een rechtsvordering instellen om het besluit tot décharge te laten vernietigen. Dit kan bijvoorbeeld als er sprake is van strijd met de redelijkheid en billijkheid, een kernprincipe in het Nederlandse recht.
Voorbeelden hiervan zijn:
In geval van faillissement verliest décharge vrijwel zijn gehele beschermende werking. De curator kan bestuurders alsnog aansprakelijk stellen voor kennelijk onbehoorlijk bestuur, met name als dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. De wet voorziet expliciet in de mogelijkheid dat de curator aan een verleende décharge voorbij kan gaan (art. 2:138 en 2:248 BW voor respectievelijk de NV en de BV).
Hoewel décharge op papier een vorm van bescherming biedt, is het geen absoluut schild tegen aansprakelijkheid. Het beschermt niet tegen externe claims, dekt alleen bekende feiten, kan worden vernietigd en biedt geen garantie in geval van faillissement.
De gedachte dat décharge een vrijbrief is om zonder gevolgen bestuurlijke beslissingen te nemen, is een mythe die in de praktijk niet standhoudt.
Als advocaat in het Ondernemingsrecht kan ik u de volgende punten meegeven:
Décharge mag dan vaak als een rituele handeling worden beschouwd in jaarvergaderingen, maar de werkelijke bescherming ervan is beperkt. Bestuurders en commissarissen doen er goed aan zich hiervan bewust te zijn en hun handelen daarop af te stemmen. Vragen of opmerkingen? Neem contact op met een van onze advocaten.
Meer lezen? Wij hebben eerder een artikel geschreven over een intentieverklaring (LOI) en een verkoopovereenkomst (SPA) en hoe dit proces verloopt. Neem daarom een duikje in onze Ondernemingsrechtartikelen voor meer interessante stukken!