Dennis Snelders
advocaat
Secuur | Volhardend | Onverstoorbaar
"Procederen tegen de overheid vraagt om strijdlust en een lange adem. Als fanatiek schaker ben ik niet anders gewend."
Artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt de grondslag voor het vaststellen van evenementenbeleid. Bestuursorganen zijn niet verplicht om beleid dat zij vaststellen ook te publiceren. Doet een bestuursorgaan dit wel, dan kan ter motivering van besluiten (zoals omgevingsvergunningen en evenementenvergunningen) worden verwezen naar het evenementenbeleid (artikel 4:82 van de Awb). Indien evenementenbeleid wordt vastgesteld, dient een bestuursorgaan in principe overeenkomstig dit beleid te handelen. Op grond van artikel 4:84 van de Awb kan slechts van dit uitgangspunt worden afgeweken, indien handelen overeenkomstig de beleidsregel voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Op het moment dat wordt afgeweken van het beleid, geldt een zwaardere motiveringsplicht voor het bestuursorgaan.
Evenementenbeleid is met name bedoeld om duidelijkheid te scheppen voor alle betrokkenen. Omwonenden moeten erop kunnen rekenen dat de gemeente hun belangen vertegenwoordigt voor, tijdens en na evenementen. Organisatoren van evenementen moeten er juist op kunnen rekenen dat er ruimte wordt geboden om evenementen te organiseren. Natuurverenigingen moeten er op hun beurt weer vanuit kunnen gaan dat de gemeente natuurbelangen beschermt tijdens een evenement. Gemeenten dienen alle betrokken belangen af te wegen. Een afweging van al deze belangen ligt ten grondslag aan het evenementenbeleid.
In evenementenbeleid van gemeenten komen verschillende onderwerpen aan de orde. Hierbij valt te denken aan geluid, begin- en eindtijden van muziekgeluid, op- en afbouw van evenementen, subsidies, bereikbaarheid en parkeren. Per onderwerp worden door gemeenten regels en doelen vastgesteld om ervoor te zorgen dat rekening wordt gehouden met alle bij een evenement betrokken belangen.
Aangezien er geen landelijke regelgeving is voor geluid bij evenementen in de openbare ruimte, kunnen lokale overheden hiervoor zelf beleid maken. De gemeente Amsterdam heeft in 2017 geluidbeleid voor evenementen ontwikkeld, waarin onder meer een geluidnorm voor muziekevenementen is vastgelegd van maximaal 85 dB(C) op de gevel van woningen. Met dit geluidbeleid worden organisatoren van evenementen verplicht om gebruik te maken van de Best Beschikbare Technieken om zodoende de overlast voor omwonenden te verminderen. Daarnaast dient de geluidbelasting van evenementen niet langer incidenteel kortdurend te worden gemeten, maar continu. Het nieuwe geluidbeleid voor Amsterdamse evenementen is op 1 januari 2018 ingegaan.
Indien gemeenten overgaan tot het vaststellen van geluidbeleid dient hieraan een gedegen deskundigenonderzoek ten grondslag te liggen. Uit dit onderzoek moet blijken welke geluidbelasting duldbaar wordt geacht. Stellen gemeenten geen geluidbeleid vast of ligt aan het geluidbeleid geen deugdelijk deskundigenonderzoek ten grondslag, dan wordt in de rechtspraak vaak aansluiting gezocht bij de ‘Nota evenementen met een luidruchtig karakter’ van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg (vgl. ABRvS 11 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1245). De Nota Inspectie Milieuhygiëne Limburg gaat ervan uit dat een geluidbelasting van maximaal 75 dB(A) op de gevel van een woning en een geluidbelasting binnen in de woning van maximaal 50 dB(A) als duldbaar kan worden beschouwd. Afwijken van deze nota is toegestaan, maar dit dient wel goed te worden gemotiveerd.
In evenementenbeleid van gemeenten wordt ook ingegaan op het aantal evenementen dat in een gemeente wordt gehouden alsmede op de procedure omtrent de aanvraag om een vergunning voor een evenement. Dit wordt in evenementenbeleid vaak aangeduid als ‘reserveringsagenda’. Door het hanteren van een ‘reserveringsagenda’ wordt een limiet gesteld aan het aantal evenementen in een bepaalde gemeente. In het evenementenbeleid is dan vermeld dat het college van B&W jaarlijks een kalender maakt die de basis vormt voor vergunningverlening door de burgemeester. Daarnaast worden in het evenementenbeleid regels gesteld over de volgorde van behandeling van een aanvraag. Zo is in evenementenbeleid vaak vermeld dat verzoeken worden behandeld op volgorde van binnenkomst (mits de verzoeken volledig zijn) en dat evenementen, waarvoor een vergunning voor twee achtereenvolgende jaren is verleend, voorrang krijgen. Voorts is in evenementenbeleid vaak vermeld dat bij een verzoek van twee evenementen voor dezelfde locatie en op dezelfde datum een evenwichtige mengeling van evenementen naar tijd en inhoud bepalend is. Voornoemde beleidsregels lijken in sommige opzichten willekeurig. Immers voor organisatoren van een nieuw evenement zal het vaak lastiger zijn om een vergunning te verkrijgen dan voor organisatoren die al eerder evenementen in de gemeente organiseren. Dit geldt zeker als een vergunning voor een evenement wordt aangevraagd voor een bepaalde datum en een locatie waar een andere organisator op hetzelfde tijdstip reeds vele jaren een succesvol evenement organiseert.
Een evenementenvergunning kan in sommige gevallen een schaarse vergunning zijn. Een schaarse vergunning betreft een vergunning waarvan het aantal beperkt is. Hierdoor kunnen er meer gegadigden zijn dan vergunningen. Op het moment dat sprake is van een schaarse vergunning moet worden voldaan aan het transparantiebeginsel. Dit houdt in dat om gelijke kansen te realiseren het bevoegd gezag een passende mate van openbaarheid moet verzekeren met betrekking tot de beschikbaarheid van de schaarse vergunning, de verdelingsprocedure, het aanvraagtijdvak en de toe te passen criteria. Het bestuur moet hierover tijdig voorafgaand aan de start van de aanvraagprocedure duidelijkheid scheppen, door informatie over deze aspecten bekend te maken via een zodanig medium dat potentiële gegadigden daarvan kennis kunnen nemen (vgl. ABRvS 27 september 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2611 en ABRvS 2 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2927). In de rechtspraak is nog niet aan de orde geweest of een evenementenvergunning een schaarse vergunning is. Het is dus nog onduidelijk hoe in de rechtspraak zal worden omgegaan met deze discussie. De burgemeester zal in het kader van een schaarse evenementenvergunning in ieder geval deugdelijk moeten motiveren waarom hij aan de ene organisator wél een vergunning verleent, maar aan de ander niet.