Actieve openbaarmakingsplicht
De actieve openbaarmakingsplicht voor bestuursorganen is in de Woo uitgebreider ten opzichte van de Wob. De Wob kent juist aan bestuursorganen een grote mate van vrijheid toe om naar eigen inzicht documenten openbaar te maken (actieve openbaarheid). In artikel 3.3 van de Woo is een uitputtende lijst opgenomen met documenten die bestuursorganen uit eigen beweging openbaar moeten maken. Het gaat hier bijvoorbeeld om informatie over de organisatie en werkwijze van het bestuursorgaan, waaronder de taken en bevoegdheden van de organisatieonderdelen. Openbaarmaking moet zo spoedig mogelijk geschieden, doch uiterlijk binnen twee weken na vaststelling of ontvangst van de informatie. Dit betekent dat bedrijven en particulieren zich ervan bewust moeten zijn dat informatie die zij verstrekken aan de overheid op zeer korte termijn openbaar kan worden.
Nieuw onder de Woo is ook dat ontwerpen van besluiten waarover extern advies is gevraagd ook actief openbaar moeten worden gemaakt, inclusief de daarbij behorende adviesaanvraag. Belangrijk te vermelden is dat aan artikel 3.3 van de Woo geen terugwerkende kracht toekomt. Dit betekent dat geen openbaarmakingsplicht geldt ten aanzien van documenten die zijn opgesteld of ontvangen vóór inwerkingtreding van de openbaarmakingsplicht uit de Woo.
De specificatie van de actieve openbaarmakingsplicht zou een cultuurverandering bij bestuursorganen met zich moeten brengen. In plaats van op verzoek, zouden bestuursorganen onder de Woo eerder uit zichzelf informatie openbaar moeten maken. Deze informatie moet ook bereikbaar zijn voor een ieder. Op grond van artikel 3.3b Woo dienen alle documenten die onder de actieve openbaarmakingsplicht vallen via een digitaal platform (PLOOI) toegankelijk te worden gemaakt. PLOOI is een platform voor open overheidsinformatie, waar alle overheidsinformatie vindbaar moet zijn.
Passieve openbaarmakingsplicht
Onder de Woo blijft het mogelijk om bij het bestuursorgaan een verzoek in te dienen om informatie openbaar te maken. De Woo kent geen veranderingen ten aanzien van de indieningsvereisten van een verzoek om openbaarmaking. Eenieder kan een verzoek indienen bij een bestuursorgaan om informatie openbaar te maken. Daarbij hoeft de verzoeker geen belang te motiveren waarom hij de informatie wenst te ontvangen. Het verzoek om informatie te openbaren, kan zowel schriftelijk als elektronisch worden ingediend (artikel 4.1, tweede lid, van de Woo).
Onder de Woo zijn de procedurele verschillen tussen verzoeken omtrent milieu-informatie en andere informatie opgeheven. De termijn om te reageren op een verzoek om milieu-informatie is nu gelijk aan de termijn voor een ander informatieverzoek (vier weken). Voorts dient het bestuursorgaan onder de Woo bij ieder openbaarmakingsverzoek informatie te verstrekken over de wijze waarop de informatie tot is gekomen. Deze verplichting gold onder de Wob uitsluitend voor het verstrekken van bepaalde milieu-informatie.
Voor de passieve openbaarmakingsplicht kent de Woo geen overgangsrecht. De regels over de passieve openbaarmakingsplicht treden direct in werking