Rebecca van der Lugt

“Samen zoeken naar de beste juridische én praktische oplossing".

Rebecca van der Lugt

Mijn werkterrein

Binnen de sectie Ondernemingsrecht behandel ik diverse kwesties op het gebied van (internationaal) contractenrecht in de breedste zin van het woord. Dit betekent dat ik de ondernemer bijsta bij zowel het sluiten van een overeenkomst als het procederen over (de uitleg van) een overeenkomst. Ook heb ik een bijzondere interesse voor het intellectueel Eigendomsrecht.

Ik wil cliënten samen met mijn collega’s zoveel mogelijk ontzorgen. Ik zorg voor juridische kant van de kwestie waardoor de ondernemer zich vooral kan bezig houden met hetgeen hij het beste doet, ondernemen.

Discipline en doorzettingsvermogen

Dansen en yoga zijn mijn passies. In het verleden heb ik een dansopleiding gevolgd waarvan ik vandaag de dag nog steeds de vruchten pluk. Naast het feit dat dansen en yoga zorgen voor de nodige flexibiliteit, heeft het mij veel meer gebracht. Discipline, een kritische blik en doorzettingsvermogen: allemaal eigenschappen waar ik nu in mijn werk veel aan heb.

Internationaal

Met mijn Engelse achtergrond sta ik de ondernemer ook graag bij in internationale kwesties.

Opleidingen
  • Nederlands recht, Tilburg University (met genoegen), 2018

 

Gepubliceerde artikelen

Om onze klanten up-to-date te houden posten wij graag nieuws over de laatste ontwikkelingen van ons werk en het bedrijf.

7 dec. 2021

Praktisch procederen - Comparitie van partijen

In de nieuwe serie “Praktisch Procederen” nemen de procesadvocaten van de sectie ondernemingsrecht van Rassers Advocaten u mee in de wereld van het procesrecht. In de serie gaan we in op belangrijke onderwerpen van het procesrecht en geven we tips voor de praktijk.

22 jun. 2021

Praktisch procederen - Voeging en tussenkomst

In de nieuwe serie “Praktisch Procederen” nemen de procesadvocaten van de sectie ondernemingsrecht van Rassers Advocaten u mee in de wereld van het procesrecht.

27 mei 2021

Praktisch Procederen - Beslaglegging

Stel, u heeft een geschil en u wilt een juridische procedure beginnen omdat u een vordering denkt te hebben op uw wederpartij. Het risico bestaat dat de schuldenaar onvoldoende verhaal biedt en in de tussentijd zijn bezittingen van de hand doet waardoor u, bij een eventueel toewijzend vonnis, met lege handen achterblijft. Het leggen van beslag op de eigendommen van uw schuldenaar zou in dat geval uitkomst kunnen bieden. In deze derde blog van onze nieuwe blogreeks bespreken wij daarom de mogelijkheden om beslag te leggen op de eigendommen van uw wederpartij. Daarnaast belichten we ook de andere kant, namelijk de situatie waarin u zelf geconfronteerd wordt met een beslag op uw eigendom en wat u in dat geval kunt doen.

17 aug. 2020

Nieuw model bouwteamovereenkomst, een uitkomst?

Vijf leden van het Bouwgenootschap binnen Duurzaam Gebouwd hebben op 15 mei de definitieve versie van de Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020 gepubliceerd (hierna: “DG model”). In deze blog zal worden stilgestaan bij de juridische aspecten van het DG model in vergelijking met de standaard VGBouw Model Bouwteamovereenkomst uit 1992 (hierna: VGBouw model”).

20 mrt. 2020

COVID-19 op de bouw. Wat nu?

De belangrijkste vragen van de impact van COVID-19 op de bouw beantwoord. In Nederland zorgt de snelle verspreiding van COVID-19, het coronavirus, voor problemen en onzekerheden bij nagenoeg alle sectoren waaronder de bouwsector. Wij hebben inmiddels vele vragen ontvangen over de impact van het COVID-19 virus en hoe hiermee moet worden omgegaan. Hieronder volgt een overzicht van de meest gestelde vragen met betrekking tot COVID-19 in de bouw. 1. De impact van COVID-19 is nog niet merkbaar op de bouw. Wat kan ik als aannemer doen om de risico’s van de (toekomstige) gevolgen van COVID-19 op de bouw, zoveel mogelijk beperken? - Volg de maatregelen van de overheid althans het RIVM in verband met COVID-19 op de bouwplaats op. - Documenteer de gebeurtenissen en de gevolgen van COVID-19 op de bouw. Houd bijvoorbeeld bij hoeveel uitval er is, of en welke materialen niet (tijdig) worden geleverd, of en op welk onderdeel van het werk vertraging wordt opgelopen en wat voor impact dit alles heeft op de planning. - Informeer de opdrachtgever over de te verwachte gevolgen van COVID-19 op het werk. - Controleer de overeenkomst en de toepasselijke algemene voorwaarden op risicovolle bepalingen. - Raadpleeg uw (juridisch) adviseurs voorafgaand aan het nemen van grote beslissingen in relatie met COVID-19. A – BESTAANDE AANNEMINGSOVEREENKOMSTEN 2. Wat moet ik doen als er vanwege COVID-19 vertraging optreedt? - Ga na of er een beroep op overmacht mogelijk is en verzoek om termijnsverlenging of uitstel van de opleverdatum. De bepalingen uit de overeenkomst zijn bepalend. Wanneer hierover geen bepaling is opgenomen kan er worden teruggevallen op de wet. - In veel gevallen zal gelden dat de gevolgen van COVID-19 en de door de overheid althans het RIVM geadviseerde maatregelen gelden als overmacht. 3. Indien er sprake is van overmacht, heb ik dan recht op vergoeding van mijn schade? - Nee, niet automatisch. Hiervoor is een toerekenbare tekortkoming van de opdrachtgever vereist of moet er voldaan zijn aan alle vereisten van ‘kostenverhogende omstandigheden’ of ‘onvoorziene omstandigheden’. - Indien u wel aanspraak wil maken op vergoeding van de kosten, dient u binnen bekwame tijd klagen bij de opdrachtgever (UAV 2012) of dit zo spoedig mogelijk aan de opdrachtgever laten weten (wet). 4. Wat kan ik doen bij prijsstijgingen door COVID-19? - Er kan mogelijk een beroep worden gedaan op kostenverhogende omstandigheden, indien de bepalingen uit de overeenkomst hierin voorzien. - De UAV 2012, de AVA 2013 en de wet bevatten bepalingen over kostenverhogende omstandigheden. Afhankelijk van de toepasselijke bepaling kan een gerechtvaardigd beroep op kostenverhogende omstandigheden resulteren in de vaststelling van een nieuwe prijs of bijbetaling door de opdrachtgever. - Een zogenaamd ‘prijsvast’ beding staat een mogelijk beroep op kostenverhogende omstandigheden niet in de weg. 5. Wat kan ik doen als een onderaannemer/leverancier hun verplichtingen niet nakomen door COVID-19. Kan ik onderaannemer/leverancier hiervoor aansprakelijk stellen? - De onderaannemer/leverancier kan hiervoor aansprakelijk worden gesteld met de gevolgen van dien. Echter kan de onderaannemer/leverancier mogelijk een beroep doen op overmacht indien de overeenkomst hierin voorziet. - Check ook de bepalingen over overmacht in de eigen algemene voorwaarden. Het is mogelijk dat een beroep op overmacht hierin wordt beperkt. B. NOG TE SLUITEN AANNEMINGSOVEREENKOMSTEN 6. Hoe kan ik de risico’s van de impact van COVID-19 in de nog te sluiten aannemingsovereenkomst zoveel mogelijk beperken? - Ga met de opdrachtgever in overleg en maak afspraken over de gevolgen van COVID-19. - Neem in de overeenkomst op dat: - De termijnverlenging in ieder geval wordt verleend wanneer de gevolgen van COVID-19 of de door de overheid althans het RIVM de bouw raken. - De aannemer de vrijheid heeft andere partijen/leveranciers in te schakelen als COVID-19 en/of de maatregelen van de overheid althans het RIVM deze partijen/leveranciers raken waardoor zij hun verplichtingen niet (tijdig) kunnen nakomen. MEER WETEN? Ontvangt u graag de notitie met de uitgebreide toelichting op bovengenoemde vragen? Heeft u vragen over de impact van COVID-19 op uw onderneming? Neem dan contact op met de advocaten van de sectie Bouwrecht, die (telefonisch, virtueel en per e-mail) voor u klaar staan. Klik hier voor de contactgegevens.

6 nov. 2019

Aannemer heeft een vergaande zorgplicht jegens omwonenden van het project!

Uit een recente uitspraak van de rechtbank Noord Holland (ECLI:NL:RBNHO:2019:7672) blijkt dat de aannemer een vergaande zorgplicht heeft ten aanzien van de omwonenden van het project in welk kader hij werkzaamheden verricht. Feiten Eiseres is eigenaar van perceel 6 met daarop een circa 100 jaar oude stolpboerderij waar eiseres woont. Gedaagde is eigenaar van perceel 4 en heeft hierop werkzaamheden laten verrichten. De architect heeft het bestek en de ontwerp- en constructieve bestektekeningen voor de nieuwe woning opgesteld. Ook is er een sonderingsadvies en een palenplan opgesteld. Gedaagde heeft aannemer vervolgens benaderd voor het uitvoeren van de bouw. In aanloop van de start van de heiwerkzaamheden heeft eiseres aan de aannemer gevraagd een onafhankelijk onderzoek te laten doen aan de huizen in de nabije omgeving. Vervolgens is aannemer gestart met de heiwerkzaamheden. Na diverse waarschuwingen van zowel eiseres als eigenaar van perceel 5, zijn de heiwerkzaamheden meerdere malen stilgelegd. Het heiplan is gewijzigd en uiteindelijk zijn er mortelschroefpalen gebruikt waarna de heiwerkzaamheden zonder aanvullende klachten zijn afgerond. Na het heien hebben beide partijen meerdere onderzoeken laten verrichten. Oordeel van de rechtbank In de procedure beantwoordt de rechtbank onder andere de vraag of de aannemer onrechtmatig heeft gehandeld jegens de omwonenden. Naar oordeel van de rechtbank bracht de zorgplicht van de aannemer jegens de omwonenden mee dat zij naar aanleiding van het palenplan niet alleen een zogenaamde nulmeting naar de staat van de gebouwen voor aanvang van de heiwerkzaamheden had moeten doen, maar ook onderzoek had moeten doen naar de bouwkundige staat van de gebouwen in de directe omgeving van de plaats waar geheid zou gaan worden. Dit geldt des te meer nu het perceel van de buren (perceel 5) en het perceel van die buren (perceel 6), dicht bij de heiwerkzaamheden waren gelegen. Deze onderzoekplicht brengt ook mee dat aannemer dat onderzoek had moeten doen naar de fundering. Deze onderzoekplicht weegt zwaarder omdat één van de gebouwen de ruim honderd jaar oude stolpboerderij van eiseres is. Aannemer wist of had redelijkerwijs moeten begrijpen dat een dergelijk gebouw een kwetsbare fundering heeft of kan hebben. Onderzoek naar de bouwkundige staat van de gebouwen lag meer voor de hand nadat de eerste problemen waren ontstaan bij het heien, de klachten van de eigenaar van perceel 5 over trillingschade. De onderzoeken naar de bouwkundige staat van de gebouwen en de fundering hebben niet plaatsgevonden. Ook heeft aannemer in kwestie tijdens de zogenoemde ‘nulmeting’ nagelaten de binnenzijde van de gebouwen op (perceel 6) op te nemen voordat met de heiwerkzaamheden was gestart. Door voorafgaand aan en tijdens het heien na te laten onderzoeken te verrichten heeft aannemer haar zorgplicht geschonden en is zij aansprakelijk voor de ontstane schade. Het standpunt van aannemer dat zij mocht uitgaan van de juistheid van het palenplan van architect, is onjuist. Op de aannemer rustte een zelfstandige plicht om onderzoek te doen naar de mogelijke gevolgen van het heiwerk voor de omgeving. Voor de eigenaar van perceel 4, waarop de heiwerkzaamheden hebben plaatsgevonden, geldt dat het veroorzaken van trillingen op zijn erf op zich niet onrechtmatig is jegens eiseres. Derhalve geldt er ook geen schadevergoedingsplicht. De rechtbank stelt vervolgens vast dat de op het perceel van eiseres staande gebouwen aanzienlijke schade hebben opgelopen door de heiwerkzaamheden. Conclusie Uit deze uitspraak volgt dat een aannemer onder omstandigheden op grond van de zorgplicht jegens omwonenden aansprakelijk kan zijn voor de schade aan de omliggende woningen die door de uitvoering van het project zijn opgetreden. Naast het doen van een zogenoemde ‘nulmeting’, dient de aannemer onder omstandigheden ook onderzoek te doen naar de bouwkundige staat en de fundering van de omliggende woningen. In bovengenoemde casus speelt mee dat de omliggende woningen dicht bij het perceel lagen waar de werkzaamheden plaatsvonden. Daarbij kwam ook dat één van de omliggende woningen meer dan 100 jaar oud was. Houdt als aannemer van een project rekening met een mogelijk vergaande zorgplicht en daaruit voortvloeiende onderzoekplicht ter voorkoming van schade bij de omwonenden van het project. Gelet op de geringe jurisprudentie over de reikwijdte van deze zorgplicht is het nog maar de vraag of in iedere situatie dergelijk (vergaand) onderzoek verricht moet worden. Dit zal sterk afhankelijk zijn van de omstandigheden van het geval. Indien u nader geïnformeerd wilt worden over dit onderwerp dan kunt u contact opnemen met Rebecca van der Lugt, per e-mail (lugt@rassers.nl) of telefonisch op 076-5 136 198 dan wel met de andere advocaten van de sectie Bouw en Vastgoed.

17 mei 2019

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen aangenomen!

Op dinsdag 14 mei is de veelbesproken Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen met een ruime meerderheid in de Eerste Kamer aangenomen. Het wetsvoorstel regelt de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen. De wet ziet op kwaliteitsborging en versterking van de positie van de opdrachtgever.

17 jan. 2019

Aedes-modelovereenkomst? Aannemers let op!

UAV-GC 2005 en andere voorwaarden voor geïntegreerde samenwerkingsvormen Bij complexe projecten in de bouw wordt er steeds vaker gebruik gemaakt van geïntegreerde contractvormen zoals een Design & Build of een Design & Construct contract. De Opdrachtgever zal veelal de rol van de initiatiefnemer vervullen. De Opdrachtnemer heeft in dergelijke gevallen naast de uitvoerende rol ook een ontwerpende rol. Opdrachtgever kan het takenpakket van de Opdrachtnemer eventueel uitbreiden met het meerjarig onderhoud. De door de stichting CROW opgestelde Uniforme Administratieve Voorwaarden voor Geïntegreerde Contracten, oftewel de UAV-GC 2005 vormen hiervoor een belangrijk kader. De eerste helft van 2019 wordt de herziene versie UAV-GC verwacht. Naast de UAV-GC 2005 zijn er ook andere voorwaarden voor een geïntegreerd contract waaronder het VGBouw- en BouwNed model, het gele boekje van Prorail en de Aedes modelovereenkomsten DB/DBM. Het Aedes-model is een set algemene voorwaarden die is ontworpen ten behoeve van woningcorporaties. In dit artikel wordt stilgestaan bij het Aedes-model.

17 dec. 2018

Lessen voor de Bouwsector uit rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid

In de afgelopen jaren heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid meerdere onderzoeken verricht naar ongevallen in de bouw. Denk hierbij aan het ingestorte dak van het Grolsch Vestestadion in 2011, het ongeval met de hijskraan in Alphen aan de Rijn in 2015 en meer recentelijk, de gedeeltelijke instorting van de parkeergarage in aanbouw op Eindhoven Airport in 2017. Naar aanleiding van deze laatste gebeurtenis is er door de Onderzoeksraad voor Veiligheid een rapport uitgebracht genaamd “Bouwen aan constructieve veiligheid – Lessen uit instorting parkeergarage Eindhoven Airport”. Enkele conclusies uit dit rapport worden in dit artikel besproken.