Het aanvragen van een omgevingsvergunning onder de Omgevingswet

Voorbereidingsprocedures - Beslistermijnen - Inwerkingtreding

De inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 juli 2022 gaat gepaard met een aantal procedurele veranderingen. In deze blog wordt uiteengezet met welke procedurele veranderingen men rekening moet houden bij het aanvragen van een omgevingsvergunning. Welke voorbereidingsprocedure is van toepassing? Welke beslistermijnen gelden er en wanneer treedt een omgevingsvergunning in werking? Hieronder wordt een antwoord gegeven op deze vragen en worden op hoofdlijnen enkele procedurele veranderingen uiteengezet.

Welke voorbereidingsprocedure is van toepassing?

De hoofdregel is dat op een aanvraag om een omgevingsvergunning de reguliere procedure van toepassing is (artikel 16.62 van de Omgevingswet). De uitgebreide voorbereidingsprocedure is van toepassing in vier gevallen:

  • Als het gaat om een omgevingsvergunning waarvoor een milieueffectrapport moet worden gemaakt (artikel 16.50 van de Omgevingswet). In welke gevallen voor een omgevingsvergunning een milieueffectrapport verplicht is, staat aangegeven in Bijlage V van het Omgevingsbesluit.
  • Wanneer dat bij AMvB is bepaald (artikel 16.65, eerste lid, sub a, van de Omgevingswet). Dit is onder meer het geval bij activiteiten met belangrijke gevolgen voor de fysieke leefomgeving. Zo is bijvoorbeeld op een omgevingsvergunning voor het wijzigen van een rijksmonument met een adviesverplichting de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing (artikel 10.24, eerste lid, sub a, van het Omgevingsbesluit).
  • Op verzoek of met instemming van de aanvrager (artikel 16.65, eerste lid, sub b, van de Omgevingswet).
  • Daarnaast kan de uitgebreide voorbereidingsprocedure door het bevoegd gezag van toepassing worden verklaard op de aanvraag om een omgevingsvergunning in afwijking van het Omgevingsplan die (mogelijk) aanzienlijke gevolgen heeft voor de fysieke leefomgeving of waartegen naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenkingen zullen hebben (artikel 16.65, vierde lid, van de Omgevingswet). Voordat deze procedure van toepassing wordt verklaard, dient de aanvrager in de gelegenheid te worden gesteld hierover een zienswijze in te dienen (artikel 16.65, vijfde lid, van de Omgevingswet).

Welke voorbereidingsprocedure moet worden gevolgd is onder de Omgevingswet dus niet meer afhankelijk van de soort activiteit waarvoor een omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Het bevoegd gezag heeft straks de bevoegdheid om in bepaalde gevallen de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing te verklaren.

Omdat de uitgebreide voorbereidingsprocedure voor grote procedurele verschillen zorgt ten opzichte van de reguliere procedure, is het verstandig om hier op voorhand op bedacht te zijn. Hieronder worden enkele kenmerken van de reguliere en de uitgebreide voorbereidingsprocedure toegelicht.

Reguliere voorbereidingsprocedure

De beslistermijn bij de reguliere voorbereidingsprocedure bedraagt acht weken. In sommige gevallen is op het verlenen van een omgevingsvergunning een adviesrecht van toepassing (artikel 16.15 van de Omgevingswet). Dit heeft geen invloed op beslistermijn. Indien voor het verlenen van de betreffende omgevingsvergunning vereist is dat het adviesorgaan instemt met vergunningverlening (artikel 16.16 van de Omgevingswet) dan heeft dit wel invloed. De beslistermijn bedraagt in dat geval twaalf weken (artikel 16.64, eerste lid, van de Omgevingswet). Daarnaast kan de beslistermijn eenmalig worden verlengd met 6 weken (artikel 16.64, tweede lid, van de Omgevingswet). Een omgevingsvergunning voorbereid met de reguliere procedure treedt in werking de dag nadat deze bekend is gemaakt (artikel 16.79, eerste lid, sub a, van de Omgevingswet).

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Wanneer de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, dient binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag een besluit te zijn genomen (artikel 3:18 van de Awb). Deze termijn kan met zes weken worden verlengd wanneer het gaat om een zeer ingewikkeld of omstreden onderwerp (artikel 16.66, derde lid, van de Omgevingswet jo. artikel 3:18, tweede lid, van de Algemene Wet bestuursrecht). Wanneer een adviesrecht of instemmingsrecht van toepassing is op de aanvraag om een omgevingsvergunning voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure, heeft dit geen invloed op de beslistermijnen. Een omgevingsvergunning voorbereid met de uitgebreide procedure treedt in werking de dag nadat deze ter inzage is gelegd (artikel 16.79, eerste lid, sub b, van de Omgevingswet).

Wanneer een aanvraag wordt voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure neemt het verkrijgen van de omgevingsvergunning veel meer tijd in beslag dan bij de reguliere procedure het geval is. Dit kan onwenselijk zijn. De situatie kan zich voordoen waarbij op een bepaalde aanvraag onder het huidige stelsel de reguliere procedure van toepassing is, maar straks onder de Omgevingswet op een soortgelijke aanvraag de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing wordt verklaard. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een omgevingsvergunning voor de realisatie van een nieuw appartementencomplex dat past binnen de ter plaatse geldende planologische regelgeving, maar waartegen waarschijnlijk veel omwonenden zullen opkomen. Om die reden kan het in sommige gevallen verstandig zijn om nog vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet een omgevingsvergunning aan te vragen.

Indien u nader geïnformeerd wilt worden over de Omgevingswet kunt u contact opnemen met de advocaten van de Sectie Bouw en Overheid, Marnix Wolf (wolf@rassers.nl, 076-5 136 127), Elke Wouters (wouters@rassers.nl, 076-5 136 175) en Lieke Prinsen (prinsen@rassers.nl,
076-5 136 121).