De Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering onder de Omgevingswet

Een onderdeel van de nieuwe Omgevingswet is de Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering (Wsn) en het bijbehorende Besluit Stikstofreductie en Natuurverbetering (Bsn). Deze regelgeving moet zorgen voor een structurele aanpak van de Nederlandse stikstofproblematiek waarbij onder meer aandacht wordt gegeven aan het verduurzamen van bouwactiviteiten. Om vaart te zetten achter de structurele aanpak van de stikstofproblematiek zijn de Wsn en Bsn al op 1 juli 2021 in werking getreden en opgenomen in de Wet Natuurbescherming (Wnb).[1] Naar verwachting worden deze bepalingen op 1 juli 2022 opgenomen in de Omgevingswet en de bijbehorende AMvB’s. Een onderdeel van deze nieuwe wet betreft:

een partiële vrijstelling van de Natura 2000-vergunningplicht wat betreft de gevolgen van de stikstofdepositie door activiteiten van de bouwsector

In deze blog wordt uiteengezet wat deze vrijstelling nu en straks onder de Omgevingswet concreet betekent voor de bouwsector.

Voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet

De partiële vrijstelling is op dit moment neergelegd in artikel 2.9a van de Wnb en houdt kort gezegd in dat de gevolgen van door de bouw veroorzaakte stikstofdepositie buiten beschouwing kunnen worden gelaten bij de natuurvergunning. Deze vrijstelling is in artikel 2.5 van het Bsn nader uitgewerkt. Op grond hiervan geldt een vrijstelling van de vergunningplicht van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb voor twee categorieën van activiteiten:

  1. het verrichten van een bouwactiviteit of een sloopactiviteit die het feitelijk verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden aan een bouwwerk betreft, met inbegrip van de daarmee samenhangende vervoersbewegingen;
  2. het aanleggen, veranderen of verwijderen van een werk, met inbegrip van de daarmee samenhangende vervoersbewegingen.

Na inwerkingtreding van de Omgevingswet

Onder de Omgevingswet blijft deze partiële vrijstelling op de natuurvergunningplicht voor bovengenoemde categorieën van activiteiten bestaan. De artikelen 5.1 en 5.2 van de Omgevingswet geven de grondslag om activiteiten aan te wijzen die van de vergunningplicht zijn vrijgesteld. Deze aanwijzing vindt straks plaats in artikel 11.17, sub a, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

Gevolgen partiële vrijstelling

Gelet op het voorgaande is sinds 1 juli 2021 in beginsel niet langer een vergunning nodig voor stikstofdepositie tijdens de bouwfase van een project. Uit de parlementaire geschiedenis bij de nieuwe wet blijkt dat onder een bouwactiviteit niet alleen de bouw van woningen en andere bouwwerken wordt verstaan, maar ook bijvoorbeeld de aanleg van infrastructuur, waterstaatswerken, en sloopwerkzaamheden. Anderzijds wordt de productie van bouwmaterialen inclusief delfstoffenwinning niet tot de bouwsector gerekend en valt dat niet onder de vrijstelling.[2]

Let alleen op: de vrijstelling van de vergunningsplicht betekent niet dat verder geen regels op de betreffende bouwactiviteiten van toepassing zijn. Op de bouwfase van een project blijven de regels van nu het Bouwbesluit en onder de Omgevingswet het Besluit bouwwerken leefomgeving van toepassing. Bovendien geldt de vrijstelling niet voor structurele stikstofemissies in de gebruiksfase of voor andere emissies dan stikstof. De vergunningplicht blijft dus bestaan wanneer het project nog andere significante gevolgen kan veroorzaken op nabijgelegen Natura 2000-gebieden.

Onder de Omgevingswet geldt straks tevens een specifieke zorgplicht. In artikel 11.6 van het Besluit activiteiten leefomgeving wordt een zorgplicht opgenomen voor zover de bouwfase verslechterende of significant verstorende gevolgen heeft voor een Natura 2000-gebied.

Hoewel de vergunningplicht voor bouwactiviteiten dus gedeeltelijk is verdwenen, kan niet geheel zonder zorgen een bouwactiviteit worden uitgevoerd. Gelet op het voorgaande dient de bouwsector nog steeds rekening te houden met algemene rijksregels, de stikstofdepositie in de gebruiksfase en eventuele andere nadelige gevolgen van de bouwactiviteit.

Indien u nader geïnformeerd wilt worden over de Wet stikstofreductie en natuurverbetering kunt u contact opnemen met de advocaten van de Sectie Bouw en Overheid, Marnix Wolf (wolf@rassers.nl, 076-5 136 127), Elke Wouters (wouters@rassers.nl, 076-5 136 175) en Lieke Prinsen (prinsen@rassers.nl, 076-5 136 121).

[1] Stb. 2021, 140

[2] Kamerstukken II 2020/21, 35600, nr. 3 (Memorie van Toelichting)