Onze updates -

Nieuws algemeen

  • 4 resultaten
  • Reset filters
13 okt. 2023

Heimelijk geluidsopnames maken van gesprekken met werkgever of werknemer

Het stiekem opnemen van gesprekken is steeds makkelijker geworden en komt steeds vaker voor. Ook op de werkvloer. Tijdens het voeren van belangrijke gesprekken, zoals een beoordelingsgesprek of gesprekken in het kader van re-integratie of een verbetertraject, is het goed mogelijk dat een werknemer een geluidsopname maakt zonder dat hier toestemming voor is gevraagd. Onrechtmatige geluidsopname toch geldig bewijs? Heimelijk opgenomen gesprekken, ook als deze onrechtmatig zijn opgenomen, kunnen in de meeste gevallen als bewijs in een civiele rechtszaak worden gebruikt. In het civiele procesrecht geldt namelijk (anders dan in het strafrecht) de zogenoemde vrije bewijsleer. Deze leer houdt in dat bewijs kan worden geleverd door alle middelen, tenzij de wet anders bepaalt (artikel 152 Rv). Dit betekent dat een stiekem opgenomen gesprek (in beginsel) als bewijs kan dienen. Ook als deze opname onrechtmatig is verkregen. De waarheidsvinding en het belang van partijen om hun stellingen aan te kunnen tonen, staan in de civiele rechtspraak voorop. Een geluidsopname zal alleen niet worden toegelaten als bewijs wanneer er sprake is van een rechtens ontoelaatbare inbreuk op de privacy van de persoon van wie de geluidsopname is gemaakt.[1] Dat wordt niet snel aangenomen. Werkgevers moeten zich daarom bewust zijn van het feit dat (heimelijke) gesprekopnames tegen hen kunnen worden gebruikt in een civiele procedure. Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) De AVG is van toepassing als je als werkgever of werknemer een (zakelijk) gesprek opneemt. Er is dan namelijk sprake van de verwerking van persoonsgegevens. Persoonsgegevens mogen niet zomaar verwerkt worden op grond van de AVG. De verwerking van persoonsgegevens dient te geschieden op basis van een in de AVG genoemde grondslag. In de AVG staan de volgende 6 grondslagen voor het verwerken van persoonsgegevens: 1. Je hebt toestemming van de persoon om wie het gaat; 2. Het is noodzakelijk om gegevens te verwerken om een overeenkomst uit te voeren; 3. Het is noodzakelijk om gegevens te verwerken omdat je dit wettelijk verplicht bent; 4. Het is noodzakelijk om gegevens te verwerken om vitale belangen te beschermen; 5. Het is noodzakelijk om gegevens te verwerken om een taak van algemeen belang of openbaar gezag uit te oefenen; 6. Het is noodzakelijk om gegevens te verwerken om jouw gerechtvaardigde belang te behartigen. Naast een geldige grondslag, dient het opnemen van het gesprek ook een gerechtvaardigd doel te hebben en dient degene met wie je het gesprek voert te worden geïnformeerd over de opname. Stiekem gesprek opnemen met werkgever: wat kunnen de gevolgen zijn voor werknemer? Onder bepaalde omstandigheden kan het opnemen van gesprekken met een werkgever serieuze arbeidsrechtelijke consequenties hebben voor de werknemer. Het heimelijk opnemen van gesprekken door een werknemer met zijn werkgever getuigt namelijk niet van vertrouwen in de arbeidsrelatie en kan zelfs tot ernstige aantasting van de arbeidsrelatie leiden, wat tot gevolg kan hebben een ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een ernstig verstoorbare arbeidsrelatie. In een interessante uitspraak van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch werd de arbeidsovereenkomst van een werknemer ontbonden op grond van een verstoorde arbeidsrelatie.[2] Deze werknemer had gedurende 15 maanden elk gesprek met haar werkgever opgenomen, buiten het medeweten van haar gesprekspartners om. Zij deed dat met de bedoeling haar standpunten in een eventuele rechtszaak te kunnen onderbouwen. Naar het oordeel van het Hof was er in dit geval sprake van een diepgeworteld wantrouwen van de werknemer jegens de werkgever. De verstoring van de arbeidsverhouding was niet alleen ernstig, maar ook duurzaam, gelet op de lange tijd dat de werknemer heimelijke opnames van de gesprekken had gemaakt. Voldoende reden dus voor het Hof om over te gaan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van deze werknemer. In een andere meer recente uitspraak van de rechtbank Den Haag overwoog de rechter dat het maken van opnames door een werknemer met als doel om zich naderhand beter over zijn positie te kunnen beraden, op zichzelf niet verwijtbaar is.[3] De rechter vond het echter wel verwijtbaar dat de werknemer dat stiekem had gedaan en bovendien niet 1 maar 8 keer. Vervolgens had de werknemer de opnames ook nog in de openbaarheid gebracht. De rechter ging dan ook over tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een verstoorde arbeidsverhouding. Ook de rechtbank Gelderland kwam tot de conclusie dat de arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer ernstig en duurzaam verstoord was.[4] Het stiekem opnemen van gesprekken door werknemer werd als “buitengewoon onfatsoenlijk” bestempeld. Volgens de rechter was het zonneklaar dat de werknemer geen vertrouwen had in werkgever. In een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland was de rechter wat milder en oordeelde in algemene zin dat een werknemer in beginsel gerechtigd is een gesprek met zijn werkgever zonder voorafgaande toestemming op te nemen, mits de werknemer desgevraagd maar wel bevestigt dat hij het gesprek opneemt.[5] Let op! Hoewel de rechtspraak een wisselend beeld laat zien, moet je als werknemer er toch bewust van zijn dat het stiekem opnemen van gesprekken met je werkgever tot een verstoorde arbeidsrelatie en zelfs tot een einde van de arbeidsovereenkomst kan leiden. Stiekem gesprek opnemen met werknemer: wat kunnen de gevolgen zijn voor werkgever? De drempel voor het opnemen van gesprekken met een werknemer door een werkgever lijkt hoger te liggen dan bij een werknemer. Het opnemen van gesprekken moet worden gebaseerd op één van de hiervoor genoemde wettelijke grondslagen uit de AVG. Deze grondslagen moeten ervoor zorgen dat de privacy van jouw werknemers wordt beschermd. Daarom moet je er als werkgever voor zorgen dat je te allen tijde rekening houdt met deze grondslagen. De meest voorkomende grondslag in de arbeidsverhouding is het gerechtvaardigd belang. Dit houdt in dat je als werkgever een gerechtvaardigd belang moet hebben om het gesprek op te nemen. Hierbij dien je als werkgever een afweging te maken: weegt het belang van werkgever zwaarder dan het belang van werknemer op bescherming van privacy? Uit een recente uitspraak van de rechtbank Den Haag volgt dat het maken van heimelijke opnames door een werkgever alleen is toegestaan als er sprake is van uitzonderlijke situaties, bijvoorbeeld bij een verdenking van strafbare feiten of andere ernstige zaken.[6] Er moet dus iets serieus aan de hand zijn. De kans bestaat anders dat de rechter van oordeel is dat de privacy van de werknemer door de heimelijke opname te zeer is geschonden. Het gevolg hiervan kan zijn dat het bewijs niet meegenomen wordt in het oordeel van de rechter of zelfs in het nadeel van de werkgever wordt uitgelegd. In deze zaak heeft de rechter getoetst of de werkgever voldeed aan de door de AVG gestelde voorwaarden. Door de rechter werd geoordeeld dat de werkgever in strijd met de AVG heeft gehandeld, omdat niet is komen vast te staan dat de werkgever een gerechtvaardigd belang had om de geluidsopname te maken. De werkgever voerde als reden voor het maken van de opname van het telefoongesprek aan dat zij de werkzaamheden en de productiviteit van haar werknemers wilde monitoren. Dit was niet noodzakelijk volgens de rechter, omdat het monitoren van de werkzaamheden en de productiviteit ook op een andere wijze kon plaatsvinden. Er was geen sprake van een uitzonderlijke situatie zoals hierboven omschreven. Daarnaast werd geoordeeld dat de privacy van de werknemer geschonden werd door het telefoongesprek zonder toestemming van de werknemer op te nemen. Let op! Wees als werkgever dus enigszins terughoudend met het maken van stiekeme geluidsopnames van gesprekken met werknemers. Indien je wel gesprekken opneemt, zorg dan dat je zelf daaraan deelneemt en dat je de voorwaarden van de AVG in acht neemt. Vragen over privacy op de werkvloer? Heb je vragen over privacy op de werkvloer, zoals over het opnemen van gesprekken met werknemers of het inzetten van een ander middel ter controle van gedrag van werknemers? Neem dan contact op met mij, Lonneke van Roekel (roekel@rassers.nl), of onze specialist op het gebied van privacyrecht Isabel Wetzels (wetzels@rassers.nl).

12 jan. 2023

Cameratoezicht op de werkvloer, the do’s and don’ts

Vrijwel ieder bedrijf maakt gebruik van camera’s. De belangrijkste reden is het beschermen en beveiligen van bezoekers en werknemers. Soms zet een werkgever camera’s om andere redenen in. Bijvoorbeeld om diefstal of beschadiging van spullen tegen te gaan, voor onderzoek naar strafbare feiten of interne bedrijfsregels. Of om personeel te trainen en te beoordelen. In uitzonderlijke gevallen wordt een verborgen camera gebruikt Privacy is een ding Camera’s vormen een inbreuk op de privacy. Niet alles is toegestaan en aan de inzet van camera’s zijn verschillende voorwaarden verbonden. Toch zien we in de praktijk dat de meeste werkgevers “gewoon” camera’s inzetten. Dit is echter niet zonder risico. De Autoriteit Persoonsgegevens houdt toezicht op de naleving van de AVG en beschikt over diverse sanctiemogelijkheden, waaronder het opleggen van (hoge) boetes. Uit recente jurisprudentie is gebleken dat rechters ook steeds strenger met privacyaspecten op de werkvloer omgaan. Bewijsstukken, waaronder camerabeelden, worden niet meer automatisch als bewijs toegestaan. In sommige gevallen heeft de rechter zelfs een vergoeding aan de werknemer toegekend vanwege de schending van zijn privacy door de werkgever. Kortom, privacy krijgt een steeds grotere rol in het arbeidsrecht. Eens te meer reden voor een werkgever om hier goed op voorbereid te zijn. Voorwaarden - Een werkgever dient eerst de doelen voor de inzet van de camera’s te bepalen. Dit kunnen meerdere doelen zijn. Let op: als een werkgever als doel de bescherming en beveiliging van bezoekers en werknemers heeft vastgesteld, dan kunnen de camerabeelden niet voor andere doeleinden worden gebruikt. De werkgever kan de beelden in zo’n geval bijvoorbeeld niet gebruiken voor trainingsdoeleinden van zijn werknemers. Een werkgever doet er dan ook verstandig aan om meerdere doeleinden vast te stellen. - Daarnaast moet de werkgever een grondslag hebben voor de inzet van de camera’s. In de praktijk is dit meestal een gerechtvaardigd belang. - Bovendien moet er een noodzaak voor het cameratoezicht zijn. - Een werkgever zal moeten nagaan of hij het doel op een voor de privacy minder ingrijpende manier kan bereiken. Stel dat diefstal op een minder vergaande manier tegengegaan kan worden, dan dient dit alternatief toegepast te worden en mag niet tot cameratoezicht worden overgegaan. - Vervolgens moet de werkgever de schending van de privacy van de werknemer door het cameratoezicht afwegen tegen zijn eigen belang. In deze belangenafweging moet uiteindelijk het belang van de werkgever zwaarder wegen en doorslaggevend zijn. - Op de werkgever rust een informatieplicht. Dit betekent dat de werkgever de bezoekers en het personeel over het cameratoezicht moet informeren. Voor bezoekers volstaat vaak een bordje met daarop de afbeelding van een camera bij de entree en/of receptie. Het personeel moet echter uitvoeriger worden geïnformeerd. Over het feit dat er camera’s hangen, om welke reden deze zijn ingezet, wanneer er beelden worden opgenomen, hoe lang deze worden bewaard, wie toegang tot de beelden hebben etc. Een werkgever dient dit in een Protocol of reglement vast te leggen. Rol OR Wat werkgevers vaak vergeten, is dat een voorgenomen besluit tot cameratoezicht en het introduceren van een Protocol of regeling instemmingsplichtig is. De werkgever dient eerst de instemming van de OR te krijgen voordat hij de camera’s kan plaatsen. DPIA Als er sprake van grootschalige en/of systematische verwerkingen van persoonsgegevens is om activiteiten van werknemers te monitoren, is een werkgever verplicht om een DPIA (gegevensbeschermingseffectbeoordeling) uit te voeren. Cameratoezicht is een vorm van zo’n grootschalige en/of systematische verwerking. Dit betekent dat een werkgever gehouden is om een DPIA uit te voeren voordat het cameratoezicht wordt ingezet. Op basis van de DPIA zal de werkgever moeten onderzoeken of hij nog aanvullende maatregelen moet treffen om de risico’s voor de privacy verder te minimaliseren. Verborgen cameratoezicht Het komt nog wel eens voor dat een werkgever het vermoeden heeft dat een werknemer zich aan diefstal schuldig maakt en in het kader van een onderzoek een verborgen camera inzet. Aan een dergelijk heimelijk cameratoezicht zijn nogal wat strenge eisen verbonden. Zo mag een werkgever hier niet te lichtvaardig toe overgaan. Er moet sprake zijn van een serieus vermoeden van een strafbaar feit of ander onrechtmatig handelen. Het cameratoezicht moet in tijd en duur zo beperkt mogelijk blijven. De werknemers moeten vooraf geïnformeerd worden dat er mogelijk een verborgen camera kan worden ingezet. De verdachte werknemer moet bovendien achteraf worden geïnformeerd dat hij/zij stiekem gefilmd is. Ook als het onderzoek niets heeft opgeleverd. Een werkgever dient bovendien voorafgaand aan het eerste verborgen cameratoezicht een DPIA uit te voeren. Dus… De AVG en rechtspraak leren ons dat de inzet van camera’s geen sinecure is. Hoewel bedrijven steeds meer het besef krijgen dat zij de AVG serieus moeten nemen, blijkt in de praktijk dat zij nog niet privacyproof zijn. Regelmatig ontbreekt een goed Protocol of reglement voor cameratoezicht, de OR is zelden om instemming gevraagd terwijl een DPIA niet is uitgevoerd. Wilt u uw organisatie met onze begeleiding privacyproof maken? Neem dan contact op met onze privacy specialist Isabel Wetzels (wetzels@rassers.nl).

26 sep. 2019

Rassers sponsor Business Awards

Rassers is voor de derde maal trotse sponsor van de Business Awards Baronie Breda. Hèt netwerkevent van het jaar, waar regionaal ondernemerschap centraal staat.

20 apr. 2018

Bent u al voorbereid op de AVG?

Met ingang van 25 mei 2018 zal de huidige Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) worden vervangen. De Wbp legt bedrijven al de nodige verplichtingen op het gebied van de privacy en gegevensverwerkingen op, maar de AVG gaat veel verder. Kortgezegd wordt van u verwacht dat uw onderneming privacy-proof is.