Onze updates -

Nieuws algemeen

  • 4 resultaten
  • Reset filters
9 mei 2023

De legitieme portie in het erfrecht

De legitieme portie is een belangrijk onderwerp binnen het erfrecht en is in de wet opgenomen ter bescherming van de (onterfde) kinderen van de erflater. In dit artikel komen de belangrijkste aspecten aan bod. Toepasselijkheid legitieme portie Een ouder kan ervoor kiezen om een kind in diens testament (geheel of gedeeltelijk) te onterven. Hiermee kan niet worden bewerkstelligd dat het onterfde kind bij overlijden van de ouder in het geheel geen aanspraken meer heeft. In dat geval kan het onterfde kind op grond van de wet aanspraak maken op de legitieme portie, welke wettelijke regeling met een testament niet opzij kan worden gezet. Een ouder kan een kind dus nooit helemaal onterven. Hiervoor is wel vereist dat het onterfde kind de nalatenschap niet heeft verworpen, dan wel dat het onterfde kind bij de verklaring tot verwerping van de nalatenschap een beroep op de legitieme portie heeft gedaan. Indien het onterfde kind is overleden voordat de nalatenschap waarin het kind is onterfd openvalt, dan kunnen de kinderen van het vooroverleden kind bij plaatsvervulling aanspraak maken op deze legitieme portie. De omvang van de legitieme portie De omvang van de legitieme portie is kort gezegd de helft van het kindsdeel. De legitieme portie wordt berekend over de waarde van de nalatenschap, waar de in aanmerking te nemen giften bij worden opgeteld en waar de schulden van de nalatenschap op in mindering worden gebracht. Dat giften een rol spelen bij de berekening van de legitieme portie, is omdat anders alsnog een feitelijke onterving kan worden bewerkstelligd door voor overlijden het gehele vermogen aan bijvoorbeeld de andere kinderen te schenken. De uitkomst van deze berekening wordt de legitimaire massa genoemd. Om vervolgens tot de legitieme portie te komen dient de legitimaire massa te worden gedeeld door het aantal personen (kinderen en echtgenoot) die de erflater achter laat. Het bedrag dat uit deze berekening komt dient te worden vermenigvuldigd met ½, aangezien de legitieme portie de helft van het kindsdeel bedraagt. Vervolgens strekt hierop in mindering bepaalde giften die de ouder aan het onterfde kind heeft gedaan. Omdat voor deze berekening vaak informatie en bescheiden nodig zijn die niet altijd vrijwillig aan het onterfde kind worden verstrekt en omdat over de hoogte van de legitieme portie vaak discussie ontstaat, is het verstandig om hier zo nodig advies over in te winnen bij een erfrecht advocaat. Een beroep doen op de legitieme portie Om aanspraak te kunnen maken op de legitieme portie moet de erfgenaam hier wel daadwerkelijk en tijdig een beroep op doen, te weten binnen vijf jaar na overlijden van de erflater. Het is verstandig om dit schriftelijk te doen, zodat aangetoond kan worden dat hier een beroep op is gedaan en dit tijdig heeft plaatsgevonden. De termijn van vijf jaar is een vervaltermijn, dus te laat is te laat. Opeisbaarheid van en rente over vordering legitieme portie Een vordering uit hoofde van de legitieme portie wordt in beginsel opeisbaar zes maanden na het overlijden van de ouder. In het testament kan hiervan worden afgeweken. Vanaf het moment dat de legitieme portie opeisbaar is en hier aanspraak op is gemaakt kan ook aanspraak worden gemaakt op rente over de waarde hiervan. Vragen of advies nodig? Als u meer wilt weten over de legitieme portie en uw rechten als legitimaris, met name in een situatie waarin u bijvoorbeeld niet de informatie en bescheiden krijgt om uw legitieme portie te berekenen of indien u een discussie heeft over de omvang van uw legitieme portie, neem dan contact op met onze erfrecht advocaat Philip Vroegrijk via het e-mailadres vroegrijk@rassers.nl of telefonisch op: 076-5136120.

10 nov. 2022

Wetsvoorstel ter voorkoming dat iemand erft van degene die hij heeft gedood

Inleiding Recent is door de rechtbank Gelderland een uitspraak gewezen, waaruit volgt dat een man die zijn echtgenote had gedood en tot tbs was veroordeeld toch kon delen in de erfenis van het slachtoffer. De rechtbank heeft hiermee de letter van de wet strikt toegepast, maar deze uitspraak heeft wel geleid tot Kamervragen. Minister Weerwind heeft vandaag aangekondigd duidelijker in de wet te willen opnemen dat mensen geen financieel voordeel mogen halen uit een misdrijf en komt in dit kader met een wetsvoorstel. Uitspraak De uitspraak die heeft geleid tot dit initiatief betreft een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 26 januari 2022. Uit die zaak blijkt dat de notaris een verklaring van erfrecht had afgegeven, waarin was bepaald dat de man van de overleden echtgenote op grond van artikel 4:3 lid 1 sub a BW van rechtswege ‘onwaardig’ was om te erven uit de nalatenschap van zijn overleden echtgenote. Artikel 4:3 lid 1 sub a BW bepaalt kort gezegd dat hij die onherroepelijk is veroordeeld ter zake dat hij de overledene heeft omgebracht, heeft getracht hem om te brengen, dat feit heeft voorbereid of daaraan heeft deelgenomen, van rechtswege onwaardig is om uit een nalatenschap voordeel te trekken. Dit zou in dit geval betekenen dat de broer van de overledene zou erven. In de procedure die hierop volgde werd eerst vastgesteld dat de strafrechter bewezen had verklaard dat de man zijn echtgenote opzettelijk van het leven heeft beroofd. De man heeft dit ook niet betwist. Hij is evenwel niet strafrechtelijk veroordeeld voor dit strafbare feit. De strafrechter spreekt alleen een veroordeling uit indien hij het te laste gelegde bewezen en strafbaar acht en indien hij de verdachte strafbaar acht. Geoordeeld is dat de man niet strafbaar is, omdat de doodslag hem wegens een ziekelijke stoornis niet kan worden toegerekend. Op grond hiervan is de man ontslagen van alle rechtsvervolging, onder oplegging van de maatregel van tbs. In de procedure stond dus de vraag centraal, of ontslag van alle rechtsvervolging met het opleggen van de maatregel van tbs ook onder het begrip “veroordeling” van artikel 4:3 lid 1 sub a BW valt. De rechtbank meende van niet. De rechtbank gaat niet mee in de stelling dat artikel 4:3 lid 1 sub a BW ruim dient te worden opgevat, onder meer omdat hier (voor dit specifieke geval) in de parlementaire geschiedenis, in de literatuur en in de rechtspraak geen aanknopingspunten voor zijn te vinden. De stelling dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de man in de gegeven omstandigheden de rechten uitoefent die hem als erfgenaam toekomen, mocht ook niet baten. De rechtbank kwam op grond hiervan tot het oordeel dat de man niet onwaardig is om te erven van zijn echtgenote die hij om het leven had gebracht. Minister Weerwind Minister Weerwind heeft vandaag laten weten duidelijker in de wet te willen zetten dat mensen geen financieel voordeel mogen halen uit een misdrijf (bron: nos.nl). Dit naar aanleiding van het feit dat Kamerleden Van Nispen (SP) en Ellian (VVD) van mening zijn dat dit indruist tegen het rechtsgevoel en dat dit niet de bedoeling kan zijn. Van Nispen zei hier verder nog over dat de wet op dit punt niet duidelijk is en dat dit kan leiden tot een onwenselijke uitkomst. Ik meen dat de wet hier juist wel duidelijk over is, gelet op het feit dat de wetgever er blijkens de tekst van artikel 4:3 lid 1 BW en blijkens de parlementaire geschiedenis bewust voor heeft gekozen om geen onwaardigheid te laten intreden in het geval dat een strafbaar feit niet aan de dader kan worden toegerekend vanwege een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Bovendien heeft de wetgever de bewuste keuze gemaakt voor een onherroepelijke veroordeling. Dat dit een vereiste is, is bij de totstandkoming van het nieuwe erfrecht in 2003 nogmaals benadrukt. Wel kunnen deze Kamerleden in mijn optiek worden gevolgd in hun stelling dat een en ander indruist tegen het rechtsgevoel. Minister Weerwind zegt in zijn reactie te begrijpen dat erven van iemand die je hebt gedood als onbevredigend en onbegrijpelijk wordt ervaren. De Minister heeft aangekondigd de wet, los van de afloop van deze rechtszaak (er loopt immers nog een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland), te gaan aanpassen, zodat dit soort gevallen in de toekomst niet meer kunnen voorkomen. In de eerste helft van volgend jaar wil hij een concept klaar hebben voor een wetsvoorstel. Tot slot Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen, of heeft u vragen over het erfrecht, neem dan contact met op advocaat Philip Vroegrijk: vroegrijk@rassers.nl / 06-25695963.

16 jun. 2022

Uitbreiding dienstverlening Rassers: erfrecht

Rassers constateert een toenemende vraag naar juridische bijstand in erfrechtzaken. Het erfrecht is een complex rechtsgebied en erfrechtconflicten gaan vaak gepaard met gevoeligheden en emoties. Nog lastiger worden de zaken als er ook nog een onderneming in de nalatenschap is verweven. Vanuit deze toenemende vraag naar hulp bij erfrechtconflicten heeft Rassers besloten om ook op het gebied van erfrecht haar cliënten bij te staan.