Onze updates -

Nieuws algemeen

  • 62 resultaten
  • Reset filters
15 dec. 2022

Zijn uw Franchisecontracten in overeenstemming met de Wet Franchise?

Op 1 januari 2021 is de Wet Franchise in werking getreden. Deze wet geldt is van toepassing op alle franchiseovereenkomsten met een Nederlandse franchisenemer en bevat regels aangaande de franchiseovereenkomst waarvan niet ten nadele van de franchisenemer mag worden afgeweken. De Wet Franchise bevat een overgangsregeling voor de op dat moment geldende franchiseovereenkomsten van 2 jaar. Franchiseovereenkomsten die zijn afgesloten voor 1 januari 2021 moeten dus vanaf 1 januari 2023 ook voldoen aan de nieuwe regels zoals neergelegd in artikel 7:920 en 7:921 BW. Waar moet u op letten? 1. Het non-concurrentiebeding Een non-concurrentiebeding is alleen geldig als het schriftelijk is overeengekomen. Het beding mag niet langer voortduren dan één jaar na het einde van de franchiseovereenkomst en het beding mag alleen zien op het soort goederen of diensten die ook door de formule worden aangeboden. Ook moet het beding geografisch beperkt blijven tot het gebied waarbinnen de franchisenemer actief is. Ten slotte moet het beding onmisbaar zijn om de knowhow van de franchisegever te beschermen. 2. Wijzigen van de formule De franchiseovereenkomst moet een bepaling bevatten over de mogelijkheid om de formule te wijzigen gedurende de looptijd van de overeenkomst wanneer deze wijzigingen financiële gevolgen hebben voor de franchisenemer. De franchisegever heeft namelijk de voorafgaande instemming van de franchisenemer nodig bij wijziging van de franchiseovereenkomst wanneer deze plannen bepaalde in de wet omschreven financiële gevolgen hebben voor de franchisenemer. Partijen kunnen daarbij in de franchiseovereenkomst bepalen dat instemming niet nodig is wanneer de financiële gevolgen beperkt blijven tot een bepaald bedrag. 3. Goodwill Partijen zijn verplicht om in de franchiseovereenkomst een bepaling over goodwill op te nemen. Daarin moeten partijen opnemen dat de franchisenemer in aanmerking komt voor vergoeding van goodwill, voor zover deze goodwill in redelijkheid aan de franchisenemer valt toe te reken, en op welke wijze de goodwill zal worden berekend. Heeft u in lopende franchiseovereenkomst nog een oud beding staan? Na 1 januari 2023 is dat beding niet langer geldig en kan het dus zijn dat een franchisenemer niet langer gebonden is aan een (oud) non-concurrentiebeding. Het is dan ook van groot belang om uw bestaande overeenkomsten up to date te maken. Hulp nodig bij het updaten van uw bestaande franchisecontracten of het opstellen van een nieuwe franchiseovereenkomst? Neem gerust met mij contact op: pennings@rassers.nl

1 dec. 2022

Algemene voorwaarden niet ter hand gesteld maar toch van toepassing?

Recent heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de vraag of de door een gebruiker gehanteerde algemene voorwaarden toch van toepassing zijn ook al zijn deze voorwaarden niet aan de wederpartij ter hand gesteld. Wat was hier aan de hand? Het geschil ging over twee contracten uit 2014 waarop de CNDG (Conditiën van de Nederlandse Handel in Granen en Diervoedergrondstoffen) van toepassing waren verklaard. In deze voorwaarden is een arbitraal beding opgenomen. Tussen partijen is een conflict ontstaan waarna de koper een gerechtelijke procedure is gestart. De verkoper, zijnde de gebruiker van de algemene voorwaarden, heeft in die procedure een beroep gedaan op het arbitraal beding en gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd zou verklaren. De koper heeft daarna de vernietiging van dit beding ingeroepen omdat de algemene voorwaarden niet op de juiste wijze ter hand zouden zijn gesteld. Wat zijn de regels? Als gebruiker van algemene voorwaarden dien je op de volgende twee zaken te letten: Allereest moeten de algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing te zijn verklaard. Daarnaast moet je de wederpartij voor of uiterlijk bij het sluiten van de overeenkomst in de gelegenheid stellen om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Wanneer je dit niet doet kan de wederpartij de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden vernietigen. De hoofdregel is daarbij dat de algemene voorwaarden aan de wederpartij ter hand gesteld moeten worden, bijvoorbeeld als bijlage bij de overeenkomst. Er zijn echter ook situaties denkbaar waarbij de algemene voorwaarden niet ter hand gesteld hoeven te worden of waarbij een wederpartij geen beroep kan doen op de vernietiging van de algemene voorwaarden. Dit is het geval wanneer terhandstelling redelijkerwijs niet mogelijk is, wanneer er sprake is van professionele partijen die regelmatig met elkaar zakendoen (de zogenaamde bestendige handelsrelatie), of wanneer beide partijen gebruik maken van dezelfde (branche)voorwaarden. Is de gebruiker een dienstverlener dan bepaalt de wet dat verwijzing naar de vindplaats van de algemene voorwaarden op een website of het ter inzage leggen van de voorwaarden op de plaats waar de dienst wordt verricht ook voldoende is. Grote, professionele partijen kunnen overigens geen beroep doen op vernietiging van de algemene voorwaarden wegens het niet ter hand stellen. Het oordeel van de rechter Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft in hoger beroep vastgesteld dat de CNGD weliswaar op de overeenkomsten van toepassing waren verklaard maar dat deze niet aan de koper ter hand zijn gesteld en haar ook anderszins niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden van de algemene voorwaarden kennis te nemen, een en ander als bedoeld in art. 6:234 lid 1 BW. Het Hof oordeelde echter dat de koper, in de hoedanigheid van de directeur, op het moment van het sluiten van de overeenkomsten bekend was, althans bekend mocht worden geacht, met de inhoud van de CNGD omdat hij in 2012/2013 een cursus had gevolgd waarin de inhoud van de CNGD uitgebreid behandeld was. Volgens het Hof kon de kennis van de directeur dan ook aan de koper worden toegerekend. Omdat deze koper ermee bekend was dat de CNGD van toepassing waren verklaard en de koper ook over deze voorwaarden beschikte (deze zaten bij het studiemateriaal van de cursus) kon de koper het arbitraal beding niet succesvol vernietigen. De Hoge Raad heeft in het arrest ECLI:NL:HR:2022:1599 dit oordeel bevestigd en aangegeven dat een wederpartij de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden niet kan vernietigen wanneer hij op het moment van het sluiten van de overeenkomst bekend was, of bekend kon worden geacht met de inhoud van de algemene voorwaarden. Dit wordt door de Hoge Raad de bekendheidsuitzondering genoemd. Deze uitzondering houdt in dat wanneer de wederpartij bekend is of geacht kan worden bekend te zijn met de algemene voorwaarden van de gebruiker of een daarin voorkomend beding, recht wordt gedaan aan de strekking van art. 6:234 BW. Dit wordt volgens de Hoge Raad niet anders wanneer de bekendheid van de wederpartij met de algemene voorwaarden of een daarin voorkomend beding, niet door toedoen van de gebruiker maar op andere wijze is ontstaan, zoals in dit geval via een door de directeur gevolgde cursus.

11 aug. 2022

Het einde van de Kruimelgevallenregeling?

Het einde van de Kruimelgevallenregeling? Betekent de inwerkingtreding van de Omgevingswet het einde van de Kruimelgevallenregeling? De inwerkingtreding van de Omgevingswet brengt met zich dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en daarmee ook het Besluit omgevingsrecht (Bor) worden ingetrokken. Dit betekent ook dat de kruimelgevallenregeling van artikel 4, bijlage II, van het Bor straks niet meer geldt. In deze blog wordt besproken wat de intrekking van de kruimelgevallenregeling precies voor de praktijk betekent. Welke voordelen komen te vervallen, welke vergelijkbare mogelijkheden blijven wellicht bestaan en wat komt ervoor terug? De voordelen van de kruimelgevallenregeling die verdwijnen Wanneer een activiteit niet in overeenstemming is met het geldende planologische regime is een omgevingsvergunning in afwijking daarvan benodigd. Deze vergunning kan met de reguliere procedure worden vergund wanneer de activiteit staat genoemd in de kruimellijst. Dit brengt verschillende voordelen met zich. Zo geldt onder andere een korte beslistermijn van 8 weken en wanneer niet tijdig wordt beslist, ontstaat een vergunning van rechtswege. Dit is straks niet meer mogelijk. De mogelijkheid om een vergunning van rechtswege te verkrijgen verdwijnt. Daarbij kan men straks ook niet meer vooraf ervan verzekerd zijn dat bepaalde activiteiten met de reguliere procedure worden vergund. Een gemeente heeft straks de bevoegdheid om in bepaalde gevallen te bepalen dat de uitgebreide voorbereidingsprocedure moet worden gevolgd. Het verkrijgen van een omgevingsvergunning in afwijking van het geldende planologische regime kan daardoor veel meer moeite kosten en veel langer duren dan voorheen. Maar betekent dit nu dat de lijst met mogelijkheden van de kruimelgevallenregeling per definitie helemaal verdwijnt? Nee, wanneer we inzoomen op de nieuwe Omgevingswet zien we dat deze lijst in een andere vorm en opzet mogelijk terug kan komen. Welke mogelijkheden blijven bestaan? Onder de Omgevingswet hebben gemeentes de vrijheid bepaalde regels op te nemen in het Omgevingsplan. Dit betekent dat een gemeente ervoor kan kiezen de lijst van de Kruimelgevallenregeling – in huidige of aangepaste vorm – op te nemen in het Omgevingsplan en te bepalen dat op deze activiteiten de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing blijft. In zo’n geval wordt de bouwactiviteit aangemerkt als een ‘binnenplanse omgevingsplanactiviteit’. Bovendien hebben een groot aantal gemeentes in Nederland over de toepassing van de Kruimelgevallenregeling reeds beleid vastgesteld. Deze beleidsnota’s kunnen onder de Omgevingswet nog steeds worden gebruikt. Het is alleen de vraag of gemeentes dit beleid straks doorzetten. Indien u nader geïnformeerd wilt worden over de Omgevingswet kunt u contact opnemen met de advocaten van de Sectie Bouw en Overheid, Marnix Wolf (wolf@rassers.nl, 076-5 136 127), Elke Wouters (wouters@rassers.nl , 076-5 136 175) en Lieke Prinsen (prinsen@rassers.nl , 076-5 136 121).

17 mei 2022

Begeleiding van het Bredase familiebedrijf Jacobs Elektro Groep

Annemarie Beljaars heeft het Bredase familiebedrijf Jacobs Elektro Groep met veel genoegen begeleid bij de verwerving van branchegenoot Elektro Vogels in Helmond. Rassers advocaten feliciteert Manfred Jacobs met de verwerving, wenst Jorge Andrade veel plezier in de samenwerking en wenst Ad van den Einden plezier met zijn pensioen toe. Zie het persbericht: https://jacobselektro.nl/nieuws/jacobs-elektro-groep-neemt-belang-in-elektro-vogels-helmond/

10 mrt. 2022

Internetconsultatie voor het afschermen van het bezoekadres in het handelsregister van de KVK

Inleiding Enkele weken geleden is een internetconsultatie van start gegaan van de regeling die het mogelijk maakt om bezoekadressen van een onderneming (zoals een ZZP’er) of een rechtspersoon (niet een kapitaalvennootschap zoals een naamloze of besloten vennootschap) af te schermen. In dit artikel wordt kort ingegaan op deze voorgenomen wetgeving en worden enkele tips gegeven voor ondernemers die eventuele veiligheidsrisico’s verwachten. Internetconsultatie Deze voorgenomen wetgeving voorziet in een rechtsgrondslag voor een verzoek aan de Kamer van Koophandel tot het afschermen van het bezoekadres van een onderneming (zoals een ZZP’er) of een rechtspersoon (niet een kapitaalvennootschap zoals een naamloze of besloten vennootschap), een en ander ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De aanleiding hiervoor is de toename van het aantal incidenten van bedreiging en agressie tegen bepaalde beroepsgroepen, zoals journalisten en politici, sinds het begin van de Corona-pandemie. In de toelichting bij deze internetconsultatie wordt in dit kader gesproken over een ‘maatschappelijke verruwing’. Als voorbeeld wordt genoemd de ondernemers die ineens doelwit worden van bedreiging of intimidatie, omdat zij een bepaalde positie hebben ingenomen in het maatschappelijk debat. Sinds 1 januari 2022 schermt de Kamer van Koophandel standaard alle adressen af, die zijn geregistreerd als het woonadres van een natuurlijk persoon. Hiervoor is eerder het Handelsregisterbesluit 2008 aangepast. Deze wijziging van de wet heeft echter geen effect op adressen die zijn ingeschreven als het bezoekadres van een onderneming of rechtspersoon, ook niet als dat adres gelijk is aan het woonadres van de ondernemer. De Kamer van Koophandel kan nu al wel een verzoek tot afscherming van het bezoekadres is behandeling nemen, maar hiervoor bestaat op dit moment geen wettelijke grondslag. De Kamer van Koophandel neemt deze beslissing dan op basis van overwegingen van behoorlijk bestuur, met het oog op de veiligheid van de betrokkenen. De voorgestelde regeling biedt de mogelijkheid om een geregistreerd bezoekadres af te schermen, wanneer een bedreigende situatie dit noodzakelijk maakt. De verzoeker moet aantonen dat sprake is van een dreiging die afscherming van het adres in het handelsregister nodig maakt vanwege de veiligheid van een of meerdere personen. De verzoeker kan dit onder meer doen door bewijs te overleggen in de vorm van bijvoorbeeld een proces-verbaal van aangifte of melding bij de politie. Bij het indienen van het verzoek moet blijken dat de afscherming van het bezoekadres in het handelsregister effectief is, in die zin dat de nodige maatregelen zijn getroffen om gevoelige gegevens af te schermen. Anders gezegd, het af te schermen adres mag niet op allerlei andere plekken vindbaar zijn. De Kamer van Koophandel neemt dit verzoek niet alleen in behandeling wanneer de dreiging zich louter richt tegen de persoon van de verzoeker, maar ook in de situaties waarin de dreiging zich richt tegen een andere betrokkene zoals een partner, ander gezinslid of medebewoner. In de eerste reacties op deze internetconsulatie wordt de kritiek geuit dat pas een verzoek kan worden gedaan, indien sprake is van een bedreigende situatie. In dat geval liggen de gegevens al op straat. Voorgesteld wordt dat altijd een verzoek gedaan zou mogen worden tot afscherming van het bezoekadres, dus ongeacht het bestaan van een bedreigende situatie. Het is afwachten of deze kritiek wordt opgepakt. Tips In de toelichting bij de internetconsultatie worden enkele tips gegeven voor ondernemers die veiligheidsrisico’s voorzien. Zij doen er verstandig aan om bij de oprichting van hun onderneming na te denken over een passende bedrijfsnaam en een passend bezoekadres. Wie zijn eigen persoonsgegevens in zijn bedrijfsnaam opneemt, is meer blootgesteld aan privacy-risico’s dan een ondernemer die een niet tot de persoon herleidbare bedrijfsnaam registreert. Wie zijn woonadres ook als bezoekadres van de onderneming inschrijft, geeft dit woonadres aan de openbaarheid prijs. Kortom, wees alert bij de keuze voor de bedrijfsnaam en het bezoekadres. Ondernemers die door hun beroep blootstaan aan waarschijnlijke dreiging, bijvoorbeeld journalisten, kunnen (als deze voorgenomen wetgeving wordt aangenomen) hun bezoekadres ook preventief in het handelsregister laten afschermen. Voor die afscherming moet het dan wel gaan om een adres dat óók woonadres is en de onderneming mag geen kapitaalvennootschap zijn. De regels voor preventieve afscherming zijn strenger, omdat het hier gaat om een ‘waarschijnlijke dreiging’ en dit minder zwaar weegt dan de publicatieverplichtingen in andere wetten. Beroepsorganisaties vervullen een rol in het beoordelen van de verzoeken; zij maken afspraken met de Kamer van Koophandel over de criteria voor beroepsgerelateerde afscherming.