Onlangs besliste de kantonrechter te Rotterdam dat huurders van de Markthal te Rotterdam een beroep konden doen op dwaling jegens hun nieuwe verhuurder. De servicekosten die (uiteindelijk) aan de huurders werden doorbelast waren veel hoger dan het door hen betaalde voorschot, soms zelfs het dubbele daarvan. De huurders hoeven slechts een deel van de in rekening gebrachte servicekosten te betalen omdat op de nieuwe verhuurder de plicht rustte hen te waarschuwen voor de onzekerheden over de begrotingen.
Wat speelde er?
18 huurders van units in de Markthal willen dat de servicekosten die zij op grond van hun huurcontract moeten betalen wordt verlaagd. Deze servicekosten zijn veel hoger uitgevallen dan het voorschot. De huurovereenkomsten zijn gesloten met Markthal Rotterdam B.V., maar deze partij heeft de markthal verkocht aan een nieuwe partij, die dus opvolgende verhuurder is geworden.
De huurders stellen dat zij gedwaald hebben: de uiteindelijk in rekening gebrachte, hoge servicekosten hadden zij op basis van het voorschot niet hoeven te verwachten. Als zij dit hadden geweten, waren de huurders hun huurcontract niet (onder dezelfde voorwaarden) aangegaan. Het maakt volgens de huurder geen verschil dat de nieuwe verhuurder destijds geen partij was bij het aangaan van de huurovereenkomsten. De nieuwe verhuurder was toen al nauw betrokken.
De nieuwe verhuurder verweert zich: niet alle rechten en verplichtingen zijn op haar overgegaan. Dwaling, waarvan volgens de nieuwe verhuurder geen sprake is, kan haar ook niet worden tegengeworpen omdat zij niet bij het aangaan van de huurovereenkomsten partij is geweest.