Het einde van de Kruimelgevallenregeling?

Het einde van de Kruimelgevallenregeling?

Betekent de inwerkingtreding van de Omgevingswet het einde van de Kruimelgevallenregeling?

De inwerkingtreding van de Omgevingswet brengt met zich dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en daarmee ook het Besluit omgevingsrecht (Bor) worden ingetrokken.[1] Dit betekent ook dat de kruimelgevallenregeling van artikel 4, bijlage II, van het Bor straks niet meer geldt. In deze blog wordt besproken wat de intrekking van de kruimelgevallenregeling precies voor de praktijk betekent. Welke voordelen komen te vervallen, welke vergelijkbare mogelijkheden blijven wellicht bestaan en wat komt ervoor terug?

De voordelen van de kruimelgevallenregeling die verdwijnen

Wanneer een activiteit niet in overeenstemming is met het geldende planologische regime is een omgevingsvergunning in afwijking daarvan benodigd.[2] Deze vergunning kan met de reguliere procedure worden vergund wanneer de activiteit staat genoemd in de kruimellijst.[3] Dit brengt verschillende voordelen met zich.

Zo geldt onder andere een korte beslistermijn van 8 weken en wanneer niet tijdig wordt beslist, ontstaat een vergunning van rechtswege.[4] Dit is straks niet meer mogelijk. De mogelijkheid om een vergunning van rechtswege te verkrijgen verdwijnt. Daarbij kan men straks ook niet meer vooraf ervan verzekerd zijn dat bepaalde activiteiten met de reguliere procedure worden vergund.  Een gemeente heeft straks de bevoegdheid om in bepaalde gevallen te bepalen dat de uitgebreide voorbereidingsprocedure moet worden gevolgd.[5] Het verkrijgen van een omgevingsvergunning in afwijking van het geldende planologische regime kan daardoor veel meer moeite kosten en veel langer duren dan voorheen.

Maar betekent dit nu dat de lijst met mogelijkheden van de kruimelgevallenregeling per definitie helemaal verdwijnt? Nee, wanneer we inzoomen op de nieuwe Omgevingswet zien we dat deze lijst in een andere vorm en opzet mogelijk terug kan komen.

Welke mogelijkheden blijven bestaan?

Onder de Omgevingswet hebben gemeentes de vrijheid bepaalde regels op te nemen in het Omgevingsplan. Dit betekent dat een gemeente ervoor kan kiezen de lijst van de Kruimelgevallenregeling – in huidige of aangepaste vorm – op te nemen in het Omgevingsplan en te bepalen dat op deze activiteiten de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing blijft. In zo’n geval wordt de bouwactiviteit aangemerkt als een ‘binnenplanse omgevingsplanactiviteit’. Bovendien hebben een groot aantal gemeentes in Nederland over de toepassing van de Kruimelgevallenregeling reeds beleid vastgesteld. Deze beleidsnota’s kunnen onder de Omgevingswet nog steeds worden gebruikt. Het is alleen de vraag of gemeentes dit beleid straks doorzetten.

Indien u nader geïnformeerd wilt worden over de Omgevingswet kunt u contact opnemen met de advocaten van de Sectie Bouw en Overheid, Marnix Wolf (wolf@rassers.nl, 076-5 136 127), Elke Wouters, (wouters@rassers.nl, 076-5 136 175) en Lieke Prinsen (prinsen@rassers.nl, 076-5 136 121).

 

[1] Artikel 3.1, onder i, van de Invoeringswet Omgevingswet.

[2] artikel 2.1, eerste lid, sub c, van de Wabo

[3] artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 2, van de Wabo

[4] Artikel 3.9, eerste en derde lid, van de Wabo

[5] Artikel 16.65, vierde lid, van de Omgevingswet.

Lieke Prinsen
Lieke Prinsen

Lieke Prinsen

Advocaat

“Cliënten zo goed mogelijk bijstaan met mijn juridische expertise”

Categorieën