De Wet toekomst pensioenen: naar een nieuw pensioenstelsel

Op 1 juli 2023 zal de Wet toekomst pensioenen in werking treden en op 1 januari 2028 moet de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel zijn gemaakt. In dit artikel wordt stilgestaan bij een aantal belangrijke wijzigingen, de taken en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen en de door de wetgever gegeven deadlines.

Doel

Het voornaamste doel van de Wtp is om het pensioenstelsel aan te passen aan de huidige tijd, waarin werknemers bijvoorbeeld niet meer hun gehele carrière voor dezelfde werkgever werken. Er moet eerder perspectief ontstaan op een koopkrachtig pensioen, door het pensioen mee te laten bewegen met economische ontwikkelingen (zoals de rentestand). Deelnemers lopen daardoor meer risico’s. Het uiteindelijke pensioenresultaat kan hoger worden, maar ook lager.

Wijziging pensioenovereenkomst

De meeste pensioenovereenkomsten hebben het karakter van een zogenaamde uitkeringsovereenkomst of een premieovereenkomst. Bij een uitkeringsovereenkomst heeft de werknemer recht op een vastgestelde pensioenuitkering. Deze uitkeringsovereenkomsten zijn meestal gebaseerd op middelloon, inhoudende dat iedere deelnemer een ouderdomspensioen opbouwt van maximaal 1,875% van de pensioengrondslag per dienstjaar (ongeacht leeftijd). Bij een premieovereenkomst heeft de werknemer recht op een vastgestelde premie die samen met de behaalde beleggingsrendementen op de pensioendatum wordt omgezet in een pensioenuitkering. Dit is een beschikbare premieregeling.

De pensioenpremie is meestal leeftijdsafhankelijk: de premie wordt hoger naarmate de leeftijd van de werknemer toeneemt. Een oudere werknemer heeft namelijk een kortere beleggingshorizon, waardoor er minder beleggingsrendementen behaald kunnen worden met de ingelegde pensioenpremie. Als gevolg van de Wtp zijn de meeste pensioenregelingen – middelloonregelingen en premieregelingen met een leeftijdsafhankelijke premie – niet meer toegestaan. Alle pensioenovereenkomsten moeten het karakter hebben van een premieovereenkomst met een premie die voor jong en oud gelijk is (een vlakke premie). Hierdoor zal de premie voor iedere werknemer hetzelfde percentage van het deel van het salaris zijn dat voor de pensioenopbouw in aanmerking wordt genomen. Tegelijkertijd leidt dit ertoe dat het pensioenbedrag dat de deelnemer voor zijn premie kan aankopen leeftijdsafhankelijk wordt. Dat wil zeggen: hoe ouder, hoe minder pensioen er kan worden aangekocht. Dit wordt ook wel degressieve pensioenopbouw genoemd.

Voor verzekerde regelingen komt overgangsrecht. Werkgevers met dergelijke regelingen kunnen ervoor kiezen om deze op het transitiemoment – uiterlijk 31 december 2027 – voort te zetten binnen de huidige regels voor de bestaande deelnemers. Werknemers die vanaf 1 januari 2028 in dienst treden, vallen onder de nieuwe pensioenwetgeving.  

Verplicht transitieplan

Als er sprake is van een verzekerde pensioenregeling zijn de werkgevers verplicht om een transitieplan op te stellen. In het geval van deelname aan een (verplicht gesteld) bedrijfstakpensioenfonds rust deze verplichting op de sociale partners (circa 80% van de pensioenregelingen is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds). In het transitieplan moeten de keuzes, overwegingen en berekeningen voor de gewijzigde pensioenovereenkomst en het opgebouwde pensioen schriftelijk worden vastgelegd. Daarbij dient verantwoord te worden waarom sprake is van een evenwichtige transitie, waaronder eventuele afspraken over compensatie van werknemers. Compensatie kan nodig zijn omdat de transitie voor een aantal leeftijdsgroepen mogelijk tot een lager pensioenresultaat leidt. Dit vanwege de degressieve pensioenopbouw. Het is niet duidelijk wat de hoogte van de compensatie is en wie deze compensatie moet betalen. Dat verschilt van geval tot geval.  

Hoe wijzig je de arbeidsvoorwaarde pensioen?

De aanpassing van de pensioenovereenkomst behoeft in principe de schriftelijke instemming van de werknemer. Eventueel kan deze overeenkomst ook eenzijdig gewijzigd worden door de werkgever. Dat is echter geen gemakkelijke exercitie. In ieder geval heeft de werkgever een vergaande wettelijke zorgplicht ten aanzien van de wijziging van de pensioenregeling. Uit rechtspraak blijkt dat hieruit een informatie- en (in bepaalde situaties) een waarschuwingsplicht voortvloeit. De juridische lat ligt hoog, dus werkgevers doen er verstandig aan om zo duidelijk en volledig mogelijk te communiceren richting het personeel.

Daar komt bij dat de ondernemingsraad instemmingsrecht heeft met betrekking tot het voorgenomen besluit tot wijziging van een pensioenregeling. Als de ondernemingsraad niet instemt met deze wijziging, is de werkgever genoodzaakt om vervangende instemming aan de rechter te verzoeken. Bovendien kan het ontbreken van instemming een aanwijzing zijn dat de werkgever juridisch gezien onvoldoende belang heeft voor de wijziging.     

Deadlines

De volgende deadlines van de Wtp zijn van belang:

  • Indien sociale partners gebruik willen maken van een zogenaamde transitiecommissie, moeten zij voor 1 januari 2024 een verzoek indienen.
  • Als de pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds, dient het transitieplan voor 1 januari 2025 te worden ingediend bij het bedrijfstakpensioenfonds. Voor werkgevers die zijn aangesloten bij een pensioenverzekeraar of een PPI (Premie Pensioen Instelling) geldt een deadline van 1 oktober 2026.
  • Het gehele transitieproces moet voor 1 januari 2028 zijn voltooid.

De belangrijkste deadline is die van 1 januari 2028. Als de uitkeringsregelingen voor die datum niet zijn gewijzigd in premieregelingen, mag de pensioenuitvoerder de pensioenregeling namelijk niet meer uitvoeren. Het pensioen zal dan bovendien fiscaal bovenmatig zijn en de werkgever is niet meer verzekerd tegen risico's bij overlijden en arbeidsongeschiktheid. Het is dus van groot belang om de transitie tijdig af te ronden.

Tot slot

Het pensioenstelsel in Nederland wordt ingrijpend gewijzigd. Voor werkgevers en sociale partners is veel werk aan de winkel. Volgens meerdere experts lijkt het ook een voorbode voor tal van juridische procedures, onder meer omdat de wijzigingen ongelijke behandeling van werknemers tot gevolg kunnen hebben. 

Dit najaar zal ik, net als vorig jaar, een uitgebreide presentatie over de Wtp geven voor cliënten. Daar wordt u uiteraard nog over geïnformeerd. Het is ook mogelijk om op de bedrijfsvestiging een inhouse cursus hierover te geven. Mocht u daar nadere informatie over willen ontvangen, neem dan gerust contact met mij op, telefoon: 06-29489248 of rothuizen@rassers.nl 

 

Bram Rothuizen
Bram Rothuizen

Bram Rothuizen

Advocaat / Partner

“Als advocaat staat het belang van je cliënt altijd voorop. Een cliënt moet aanvoelen dat je er zo in staat; en zelf moet je dat vertrouwen dan zien waar te maken.”

Categorieën