115 jaar ervaring in de advocatuur

Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan waar men onder andere moet aankloppen om een vergunning aan te vragen. Daarnaast is het bevoegd gezag het bestuursorgaan dat meldingen ontvangt en dat bevoegd is voor toezicht en handhaving. Het bevoegd gezag kan zowel een minister namens het Rijk, de Gedeputeerde Staten namens een provincie, het dagelijks bestuur van een waterschap als het college van B&W van een gemeente zijn. Omdat een van de uitgangspunten van de Omgevingswet het decentraal-tenzij-beginsel is (artikel 2.3, eerste lid, van de Omgevingswet), is in de meeste gevallen het college van B&W van de gemeente waar de beoogde activiteit plaatsvindt het bevoegd gezag. Hieronder wordt uiteengezet wanneer bij welke bevoegde gezagen moet worden aangeklopt om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit, een omgevingsplanactiviteit en een milieubelastende activiteit aan te vragen.

Wateractiviteit[1]

Onder de Omgevingswet wordt een onderscheid gemaakt tussen wateractiviteiten en andere activiteiten. Op de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit beslist het waterschap, de provincie of de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (artikel 5.9 van de Omgevingswet). In artikel 4.3 en 4.4 van het Omgevingsbesluit staat vermeld wanneer men respectievelijk bij de provincie of bij de Minister moet aankloppen. In alle andere gevallen is het waterschap het bevoegd gezag (artikel 4.2 van het Omgevingsbesluit).

Enkelvoudige aanvraag om een omgevingsvergunning[2]

Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor één andere activiteit is de hoofdregel dat het college van B&W van de gemeente waar de activiteit plaatsvindt, op de aanvraag beslist (artikel 5.8 van de Omgevingswet). Dit is alleen anders wanneer op grond van artikel 5.9a, 5.10 of 5.11 van de Omgevingswet een ander bevoegd gezag is aangewezen. Zo is bijvoorbeeld de Minister van Infrastructuur en Waterstaat het bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning voor het verwerken van meer dan 50.000 kg in beslag genomen vuurwerk.[3] Dit is een voorbeeld van een geval waarbij het vanwege de nationale belangen die ermee gemoeid gaan, het doelmatiger en doeltreffender is wanneer de Minister de vergunning voor deze activiteiten verleent.[4]

Meervoudige aanvraag om een omgevingsvergunning[5]

Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor meerdere activiteiten geldt op grond van artikel 5.12 van de Omgevingswet dat in beginsel het college van B&W van de gemeente waar de activiteiten plaatsvinden, het bevoegd gezag is. Dit is alleen anders wanneer sprake is van een magneetactiviteit. Dan is één activiteit zo belangrijk dat in afdeling 4.1 van het Omgevingsbesluit staat vermeld dat een ander bestuursorgaan het bevoegd gezag is. Deze activiteit “trekt” als het ware alle andere activiteiten mee. Op grond van artikel 5.10, tweede lid en 5.11, tweede lid, van de Omgevingswet wordt in dat kader alleen een ander bevoegd gezag aangewezen wanneer gelet op bovenlokale gevolgen of wegens een provinciaal of nationaal belang een afweging op regionaal of nationaal niveau vereist is.[6] Een voorbeeld van een magneetactiviteit is een activiteit waarvoor in de omgevingsverordening is bepaald dat het verrichten daarvan zonder omgevingsvergunning is verboden.[7] Voor het aanvragen van een omgevingsvergunning voor die activiteit is de provincie het bevoegd gezag.

Wanneer het Digitaal Stelsel van de Omgevingswet (DSO) na inwerkingtreding van de Omgevingswet goed werkt, horen initiatiefnemers in het Omgevingsloket direct te kunnen zien bij welk bevoegd gezag ze moeten aankloppen. Gelet op de verwachte problemen met de DSO[8], is het de vraag of dit gaat lukken.

[1] Een verzameling van verschillende activiteiten die allemaal een relatie hebben met water (Zie de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet voor een uitgebreide omschrijving.)

[2] Aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op één activiteit (Bijlage I bij artikel 1.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving).

[3] Artikel 5.11, eerste lid, sub d, onder 2, van de Omgevingswet jo. artikel 4.11, eerste lid, sub b, onder 1, van het Omgevingsbesluit.

[4] Staatsblad 2018, 290, p. 283 (Nota van toelichting bij het Besluit Activiteiten leefomgeving).

[5] Aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op meer dan een activiteit (Bijlage I bij artikel 1.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving).

[6] Staatsblad 2018, 290, p. 145 (Nota van toelichting bij het Besluit Activiteiten leefomgeving).

[7] Artikel 5.10, eerste lid, sub f, van de Omgevingswet jo. artikel 4.6, eerste lid, sub f, van het Omgevingsbesluit.

[8] Zo verwacht onder andere R. van de Plassche (mede-eigenaar van Berkeley Bridge) flinke problemen met het DSO bij inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 juli 2022.

Meer informatie: Neem contact op met Lieke Prinsen, prinsen@rassers.nl

Bel nu 076 513 6121